Tuur Elzinga is voorzitter van vakbond FNV. Hij pleit in een recent verschenen manifest – Democraten aller landen, verenigt u – voor een democratische revolutie van de economie en denkt dat een jongere generatie daarin een belangrijke rol te spelen heeft. Hij spoort hen aan ook vanuit de financiële sector die revolutie aan te zwengelen.
Jongeren voor wie het onmogelijk is een eigen huis te kopen; bedrijven die stelselmatig hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet nemen; actiegroepen die zich vastlijmen aan snelwegen om het land te ontregelen; gemeenten die het niet aandurven hun rol te pakken in de opvang van asielzoekers. Op het eerste gezicht lijken deze problemen weinig met elkaar te maken te hebben. Maar er is een gemeenschappelijke deler: een diepgewortelde onvrede in de samenleving; het onbehaaglijke gevoel dat de democratie niet voor iedereen werkt en dat de overheid niet langer aan de kant van de burger staat.
Dat moet anders en GenZ kan daar een rol in spelen. Ook – misschien wel juist – in de financiële sector. Maar daar kom ik zo op terug.
Wat gaat er mis in ons democratisch bestel? De grote maatschappelijke vraagstukken krijgen heus wel aandacht. Verschillende (politieke) leiders voelen de onvrede feilloos aan en beloven snelle oplossingen. Maar steeds vaker nemen politieke leiders – zodra ze aan de macht komen – niet je zorgen, maar wel je rechten en vrijheden weg. Dit type autoritaire populisten blijken in het slechtste geval ware potentaten te zijn. Maar waarom zetten kiezers dan hun rechten op het spel door op deze autocraten te stemmen? Omdat ze al veel vertrouwen verloren hebben. Omdat in onze politieke democratie maar al te vaak de grote economische belangen de dienst uitmaken. Omdat de burger steeds weer het onderspit delft tegen de belangen van het grootkapitaal. Onze democratie wordt daarmee van twee kanten bedreigd: door machtswellust en door hebzucht. Als we onze politieke democratie willen redden, dan moeten we ook de bedreiging door de hebzucht wegnemen.