Creativiteit
Het is wel helder dat het lastig is om met CSRD-rapportageprocessen een schoonheidsprijs te winnen. Een van de uitdagingen is dat de data overal vandaan moet komen. Uit een veelheid aan interne bronnen, maar ook van partijen in de productie- en logistieke ketens – als gevolg van de verplichting om ook over de waardeketen te rapporteren. Smulders erkent dat juist de hoeveelheid databronnen een uitdaging vormt. “Veel van die data komen niet uit de kern van je systemen, zoals bij financial reporting. Ik schat dat de meeste organisaties ongeveer de helft van genoemde datapunten vrij goed kunnen invullen. De andere helft vergt de nodige creativiteit om betrouwbare data te verkrijgen en voor de rapportage te bewerken.”
Betrouwbaarheid
Naast de veelheid aan bronnen is ook de betrouwbaarheid van data een punt van zorg. Zeker bij data uit externe bronnen is de betrouwbaarheid niet gegarandeerd, benadrukt Smulders. Denk daarbij aan data over ontbossing, die als basis dient om de klimaateffecten in je productieketen in kaart te brengen. “Die data kun je bijvoorbeeld versterken met een FinTech die satellietinformatie verwerkt. Dat kan uiterst betrouwbaar zijn, maar je hebt er weinig grip op.”
Volwassen worden
Toch relativeert hij ook: “Bedenk dat de regelgeving nu nog spreekt over accountants die met zogeheten limited assurance naar de rapportages moeten kijken. Over drie jaar gaan de eisen omhoog naar reasonable assurance: pas dan moet de accountant ook naar de systemen kijken die de rapportage opleveren. Dus er is wat tijd om de leercurve door te maken. Meer in algemene zin: ik maak weleens de vergelijking met de komst van de Sarbanes-Oxley Act, die onder meer hogere eisen stelde aan hoe grote bedrijven hun cijfers consolideren. Dat gebeurde vaak nog met spreadsheets, maar de aanpak werd toch in hoog tempo volwassen.”
Schijnzekerheden
Toch komt bij dit alles ook de vraag op: staan de detaileisen van de wetgeving wel in verhouding tot het achterliggende doel? Dat is tenslotte om inzicht te geven in hoe duurzaam producten of diensten van een organisatie zijn, en welke verbeterstappen worden gezet voor een ‘meer sustainable’ economie. Is het daarvoor nodig om zulke gedetailleerde data op te lepelen? Levert dat geen schijnzekerheden op? En is het niet beter om te streven naar ongeveer goed dan het risico van exact fout? “Stuk voor stuk zijn dat relevante vragen. Het eerlijke antwoord is dat ik hoop dat we ook op dit punt de komende jaren een leercurve zien.”
Serieus sturen
Overigens schuilt een deel van de antwoorden volgens Smulders ook in de ambitie van bedrijven zelf. Hij ziet dat sommige voorlopers, die hun duurzaamheidsambities heel serieus nemen, ook al behoorlijk volwassen zijn in de rapportageprocessen. “Dat is logisch, want als je serieus bezig bent met je duurzaamheidsstrategie, wil je er ook serieus op kunnen sturen. En het gevolg is dat deze voorlopers dan ook minder moeite hebben om aan de nieuwe rapportageverplichtingen te voldoen.”