EY verandert de alfabetsoep

Verandert de ‘alfabetsoep’ van ingrediënten?


Tot nu toe verzoop sustainability reporting bijna in een ‘alfabetsoep’ van wetgeving. Maar er komt overzicht, aldus Michiel van der Lof (EY).

In het kort:

  • Het normenkader van de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is ruim van opzet.
  • En ook een stuk ruimer van opzet dan de frameworks van de International Sustainable Standards Board (ISSB) en de Securities and Exchange Commission (SEC).
  • De verwachting is dat vooral de eerste twee raamwerken naar elkaar toe groeien.

Wereldwijd committeren bedrijven zich steeds meer aan ambitieuze klimaatdoelstellingen, inclusief rapportages over duurzaamheid. Maar de ruime hoeveelheid normenkaders neemt snel af. Wereldwijd blijven er nog drie frameworks over, constateert Michiel van der Lof van EY.

Veel bedrijven in verschillende delen van de wereld houden zich bezig met sustainability reporting. Vaak verwijzen ze naar normenkaders, zoals TCFD (Task Force on Climate-Related Financial Disclosures), SASB (Sustainable Accounting Standards Board), GRI (Global Reporting Initiative) en CDP (Carbon Disclosure Project) – afkortingen die we in de volksmond ook wel de ‘alfabetsoep’ noemen. Die frameworks zijn onderling slecht vergelijkbaar en daarom was er behoefte aan één wereldwijd raamwerk. Omdat de IASB (International Accounting Standards Board) zich met succesvolle accountingstandaarden bewezen heeft, leek dat de aangewezen partij om standaarden voor duurzaamheid op te stellen.

Vier elementen

Momenteel is de International Sustainable Standards Board (ISSB, zusterorganisatie van de IASB) daar druk mee bezig. Daarnaast heeft de Europese Unie besloten om zelf ook een normenkader te ontwikkelen: de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Daarmee is het perspectief van één globaal regime op korte termijn van de baan. Waar de rest van de wereld vermoedelijk overgaat op ISSB, doet Europa dat dus niet. Om het nog wat ingewikkelder te maken, hebben de Amerikanen gekozen voor een eigen stelsel: de SEC Climate Rule (U.S. Securities and Exchange Commission). Kortom, er zijn nu drie frameworks: ISSB, CSRD en SEC. En die hebben vier elementen gemeen: governance, strategie, risicomanagement en statistieken/doelen.

Administratieve last

Veel landen kiezen ervoor om de ISSB-standaarden te implementeren. Brazilië en Turkije zijn er al ver mee, terwijl landen als Australië, Japan en het Verenigd Koninkrijk zich nog voorbereiden. De ISSB-standaarden zijn puur geschreven voor investeerders en dat geldt in feite ook voor de SEC Climate Rule. Europa gaat met CSRD een stap verder door ook verslaglegging te verplichten die relevant is voor andere partijen. Bijvoorbeeld voor stakeholders die belang hebben bij het effect dat een bedrijf op de directe omgeving uitoefent. Uitbreiding met extra stakeholders leidt vanzelfsprekend tot verzwaring van de administratieve last.

Rapportages gaan het klimaatprobleem niet oplossen

Beperkte scope

De CSRD bevat bovendien veel meer standaarden. ISSB heeft alleen een algemene standaard en een standaard voor klimaatinformatie. Inmiddels heeft ISSB aangekondigd dat ze de komende twee jaar een biodiversiteitsstandaard en een standaard voor human capital ontwikkelt. In de toekomst volgen er meer standaarden. Op termijn ontwikkelt ISSB mogelijk een vergelijkbaar aantal standaarden zoals CSRD nu kent. In de pijplijn zitten onder andere al standaarden over governance en mensenrechten. De SEC Climate Rule hanteert een beperktere scope door uitsluitend naar klimaatrisico’s te kijken. Dit framework heeft verder geen oog voor klimaatkansen.

Gelijk speelveld?

Maar is er wel een gelijk speelveld voor organisaties die actief zijn in verschillende mondiale gebieden? Dat is de vraag. CSRD vereist meer inspanningen dan andere raamwerken. Tegelijk is de verwachting dat CSRD en ISSB in de toekomst naar elkaar toe groeien. Daarnaast: veel niet-Europese bedrijven hebben activiteiten op ons continent. Als zij beursgenoteerd zijn of een bepaalde omvang hebben, moeten zij verplicht rapporteren conform de CSRD-regels. Een hoofdkantoor in Europa is daarvoor geen vereiste.

Triple compliance

Als bedrijven meer dan een framework moeten toepassen, dan is de uitdaging om de overeenkomsten en de verschillen te identificeren. Het spreekt voor zich dat het belangrijk is om gebruikers niet in de war te brengen. Dat gevaar ligt op de loer als de rapportages over hetzelfde onderwerp verschillende informatie communiceren. Daarom is het voor organisaties die zowel conform de normenkaders van CSRD als ISSB rapporteren in één duurzaamheidsverslag (dual compliance) belangrijk om informatie voor investeerders en andere stakeholders duidelijk van elkaar te scheiden. Verslaglegging volgens drie frameworks kan overigens ook voorkomen. Neem een Nederlands bedrijf met beursnoteringen in New York en Londen. Dat moet sowieso aan CSRD en SEC voldoen, maar ook aan ISSB als het Verenigd Koninkrijk volgens verwachting kiest voor invoering van dat normenkader.

Meten is managen

De Europese regels (CSRD) en ISSB vereisen niet dat een bedrijf een transitieplan of -strategie heeft. Maar dat moeten ze dan wel rapporteren. Bovendien: wie wel een transitieplan heeft opgesteld, moet ook rapporteren over de voortgang. Dan wil je natuurlijk niet jaar op jaar melden dat er geen voortgang is geboekt. De regels kunnen in dat opzicht als incentive dienen. Maar rapportages alleen zijn natuurlijk niet genoeg. De hoop is dat dankzij het principe ‘meten is managen’ mensen en bedrijven zich meer bewust worden van de duurzaamheidsrisico's en -kansen. En dat ze daar ook naar zullen handelen.

Uiteindelijk draait het om de onderliggende acties.

Andere dynamiek

Want uiteindelijk draait het om de onderliggende acties. Rapportages gaan het klimaatprobleem niet oplossen, maar zetten kansen en risico’s wel veel beter in het daglicht. Het wordt zo voor investeerders en kapitaalverschaffers veel duidelijker in welke bedrijven en sectoren ze kunnen investeren om een bijdrage te leveren aan de energietransitie. Een verplichte rapportage geeft een andere dynamiek dan wanneer bedrijven informatie op vrijwillige basis verstrekken. Zeker als daar een bepaalde mate van accountantscontrole aan is gekoppeld. Bedrijven die hun duurzaamheidsverslag serieus aanpakken, zouden daarvan voordeel kunnen hebben bij het aantrekken van kapitaal.

Connectie met jaarrekening

Nu sustainability reporting volwassener wordt, komt er ook meer zicht op de grootste valkuilen. Een risico is bijvoorbeeld dat de rapportage in één bedrijfskolom, bijvoorbeeld de boekhouding, wordt ondergebracht. Terwijl succesvolle ondernemingen dit vraagstuk juist met meerdere afdelingen tegelijk oppakken. Dus niet alleen met de financiële functie, maar ook met de duurzaamheidsafdeling, juridische zaken en de business zelf. Wat bovendien weleens wordt vergeten, is dat er een connectie moet zijn tussen duurzaamheidsinformatie en de jaarrekening. Een besluit tot vergaande elektrificatie door een transportbedrijf kan bijvoorbeeld een forse impact hebben op de boekhoudkundige waardering van het bestaande wagenpark. Ten slotte is voor assurance een goede governance en een doelmatige interne controle noodzakelijk. Anders is het voor een accountant waarschijnlijk onmogelijk om het duurzaamheidsverslag van een handtekening te voorzien.

Lees meer

Waarom je ESG-geknutsel in Excel moet vermijden

In reactie op alle nieuwe ESG-wetgeving waarschuwt Daan Smulders (EY) dat je niet in de valkuil van houtje-touwtje-oplossingen moet trappen.


    Samenvatting

    Moeten bedrijven meer dan een framework toepassen, dan is de uitdaging om de overeenkomsten en de verschillen te identificeren. “Het spreekt voor zich dat het belangrijk is om gebruikers niet in de war te brengen,” aldus Michiel van der Lof van EY. “Dat gevaar ligt op de loer als de rapportages over hetzelfde onderwerp verschillende informatie communiceren.” Daarom is het belangrijk om informatie voor investeerders en andere stakeholders duidelijk van elkaar te scheiden, benadrukt hij.


    Over dit artikel