Nederland steunt richtlijnvoorstellen voor een snellere en veiligere vermindering van teveel ingehouden bronbelasting en btw-regels voor het digitale tijdperk
De Minister van Financiën heeft recentelijk de onderwerpen beschreven die op de agenda staan van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 mei. Onder meer zal de Ecofinraad spreken over het Richtlijnvoorstel voor een snellere en veiligere vermindering van te veel ingehouden bronbelasting (‘’Directive on faster and safer relief of excess withholding tax”, afgekort FASTER) en over het Commissievoorstel “VAT in the digital age” (VIDA).
FASTER
De minister legt uit dat de Europese Commissie op 19 juni 2023 een nieuwe richtlijn voorgesteld heeft, genaamd FASTER, bedoeld om procedures voor het verminderen van overtollige bronbelasting op dividenden te harmoniseren en te versnellen. FASTER is onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om de Europese kapitaalmarktunie te versterken.
De minister licht toe dat Nederland tijdens de onderhandelingen verschillende punten heeft benadrukt. Zo wil Nederland een breder toepassingsbereik van de procedures, waarbij ook contractuele beleggingsfondsen, zoals Nederlandse fondsen voor gemene rekening, onder de regeling vallen. Dit is volgens de bewindsman een belangrijke stap om de Europese kapitaalmarktunie te versterken. Daarnaast heeft Nederland zich volgens de minister ingezet voor bestendigheid tegen misbruik en betere uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst en financiële instellingen. FASTER introduceert ruimere mogelijkheden voor lidstaten om de procedures te weigeren, bijvoorbeeld als een aandeel kort voor de ex-dividenddatum is verkregen. Ook moeten financiële instellingen meer informatie over het dividend en de belegger rapporteren aan de Belastingdienst.
Om de implementatie van FASTER soepel te laten verlopen, is de implementatietermijn verschoven van 1 januari 2027 naar 1 januari 2030. Deze verlenging biedt meer tijd voor de Belastingdienst en financiële instellingen om zich aan te passen. De minister geeft ook aan dat er een centraal EU-portaal komt, waardoor financiële instellingen zich slechts op één plek hoeven te registreren, in plaats van in elke lidstaat afzonderlijk.
De minister merkt op dat de Nederlandse regering het FASTER-voorstel steunt omdat het een goede balans biedt tussen het bestrijden van misbruik, een breder toepassingsbereik voor beleggingsfondsen en uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst. Nederland is daarom voornemens om met het voorliggende akkoord in te stemmen.
VIDA
De minister licht verder toe dat de Europese Commissie op 8 december 2022 een nieuw voorstel heeft gepresenteerd genaamd "VAT in the Digital Age" (VIDA), dat als doel heeft het btw-stelsel te moderniseren en aan te passen aan de digitale economie. Het voorstel bestaat uit drie hoofdonderdelen:
- Digitale rapportageverplichtingen en e-facturatie: Vanaf 2028 moeten grensoverschrijdende diensten en leveringen via een gestandaardiseerde e-factuur worden uitgewisseld. Lidstaten met bestaande systemen krijgen extra tijd om hun systemen aan te passen. Vanaf juli 2030 moeten alle lidstaten de Europese norm accepteren voor rapportage en e-facturatie bij intracommunautaire transacties.
- Platformfictie voor kortlopende accommodatieverhuur- en personenvervoerdiensten via platforms: Dit onderdeel houdt in dat platforms worden beschouwd als de fictieve leverancier voor btw-doeleinden. Dit zorgt voor een gestroomlijnde btw-heffing. Lidstaten krijgen enige flexibiliteit om bepaalde uitzonderingen toe te passen.
- Enkele btw-registratie: Dit maakt het mogelijk voor bedrijven om één btw-registratie te hebben in de gehele EU. Het onderdeel dat ziet op de Import-One-Stop-Shop (IOSS) wordt echter uit het VIDA-pakket gehaald en verder besproken in de onderhandelingen over het nieuwe Douanewetboek.
De minister laat weten dat Nederland positief staat ten opzichte van het VIDA-pakket, omdat het helpt bij het moderniseren en harmoniseren van de btw-regels, met oog voor dataveiligheid en minder administratieve lasten. Tegelijkertijd zijn er volgens de bewindsman zorgen over mogelijke extra administratieve lasten door de platformfictie.
De minister wijst erop dat er enkele wijzigingen zijn doorgevoerd als gevolg van Nederlandse inspanningen. Zo wordt de implementatieperiode verlengd om belastingplichtigen en de Belastingdienst meer tijd te geven voor aanpassingen, en zijn er waarborgen voor dataveiligheid geïntroduceerd.
De Raad zal over het voorstel stemmen, waarbij unanimiteit vereist is. Sommige lidstaten zijn echter kritisch over specifieke onderdelen van het pakket, wat het besluitvormingsproces kan vertragen. De minister laat weten dat Nederland van plan is in te stemmen met het voorstel.
