Wat voor Van de Weitgraven als een paal boven water stond is dat je in elk geval goed zicht moet hebben op de uitstoot waar UWV impact en invloed op heeft. In dit geval gaat het om CO2-uitstoot die wordt veroorzaakt door de bedrijfsvoering zelf (kantoorpanden, wagenpark) en daarnaast om uitstoot waar je als organisatie een directe invloed op hebt (bv. inkoopbeleid). De CO2-uitstoot waar de organisatie alleen indirect invloed op heeft, valt buiten scope. Denk daarbij bijvoorbeeld aan hoe mensen met een uitkering naar een UWV-locatie reizen.
De roadmap die EY voor UWV ontwikkelde bleek een flinke stap in de goede richting naar het grote doel. Wat er bij kwam kijken:
- Alle initiatieven op een rij zetten, zoals verduurzaming van de panden, vergroenen van het wagenpark en inkoop van groene elektriciteit.
- Extern inventariseren wat er nog meer mogelijk was. Hierbij maakte EY gebruik van haar ervaring met het uitvoeren van de Transparantiebenchmark[1].
- Hoofdzaken van bijzaken scheiden en acties op een logische manier met elkaar verbinden.
Dat leverde echt daadkracht op. Zo werden klimaatambities concrete acties.
Knoppen draaien
Indachtig het organisatieleerprincipe van hoogleraar Peter Drucker – what gets measured gets managed – ging het bij het ontwikkelen van de roadmap vooral om het meetbaar en daarmee stuurbaar maken van de activiteiten. Daarom heeft EY, parallel aan de roadmap, een managementrapportage opgesteld waarin de voortgang van de verduurzamende initiatieven en de CO2-besparing periodiek wordt bijgehouden. Maar wat houdt dat nu concreet in? Van de Weitgraven: “Klimaatneutraliteit moest onderdeel worden van onze bedrijfsvoering. De eerste stap was dat we goed inzicht moesten krijgen in wat we allemaal al doen en dat is eigenlijk heel veel. EY voegde daar direct nog een fikse stapel ideeën en mogelijkheden aan toe vanuit hun ervaring en kennis bij andere projecten binnen overheid en bedrijfsleven. Dat bleek echt heel waardevol, zeker toen we gingen prioriteren op basis van impact en effort en de verbanden tussen de verschillende initiatieven helder op het netvlies kregen.
Dankzij de prioritering weten we dat we met twee aandachtsgebieden – onze huisvesting en onze mobiliteit – ongeveer 80% van de uitstoot in scope hebben, dus dat is eigenlijk tamelijk overzichtelijk. Met die goede inzichten – en EY’s doorrekening van verwachte CO2-reductie en kosten – kunnen we precies definiëren aan welke knoppen je kunt draaien en hoe hard je eraan kunt draaien. En dan wordt het pas echt interessant, want dan wordt het voor een aantal managers heel praktisch voelbaar in wat ze elke dag doen.”
Sevan Balikciyan, senior consultant bij EY, toont zich opgetogen over de ambitieuze houding van UWV op dit vlak. “Prachtig dat UWV zo ambitieus is bij het formuleren van klimaatdoelen en zich direct ook committeert aan transparantie over externe rapportering op het gebied van duurzaamheid. Daarmee laat UWV zien midden in de maatschappij te staan en een voortrekkersrol te willen vervullen. Ik ben verheugd dat wij als EY dit samen met UWV concreet hebben kunnen maken.”
Politieke wind
Beiden benadrukken dat zo’n duurzaamheidsroadmap vooral geen statisch document moet zijn. Want in een tijd vol technologische doorbraken, veranderlijke politieke winden en plotselinge ingrijpende gebeurtenissen is het eigenlijk onmogelijk om een blauwdruk voor een periode van tien jaar te definiëren. En dus stond flexibiliteit centraal.
Van de Weitgraven: “Evalueren en herijken is essentieel. Dat bleek in de loop van 2020 geen papieren noodzaak maar werd heel tastbaar. Want toen mensen massaal gingen thuiswerken als gevolg van de pandemie had dat natuurlijk een stevig effect op het energieverbruik. Op papier maak je dan enorme stappen maar je moet natuurlijk scherp analyseren wat het structurele effect is, en nadenken over de periode na de lockdowns. De dynamiek kan ook uit heel andere hoek komen overigens. Wat we nu bijvoorbeeld zien na het debat over de toeslagenaffaire is een brede wens om de menselijke maat nadrukkelijker te laten zien in de omgang met burgers. En dat kan betekenen dat UWV letterlijk dichter bij de burger gaat zitten door op meer locaties actief te zijn. En dat werpt dan natuurlijk direct weer een ander licht op onze roadmap. Het doel blijft hetzelfde, maar de acties om daar te komen vergen wellicht aanpassing.”