In het najaar van 2023 heeft de Tweede Kamer een wetswijziging aangenomen voor een versobering van de 30%-regeling; de belastingfaciliteit voor inkomende werknemers. Eind december 2023 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met deze wijzigingen, waarmee de versobering een feit is.
In deze Alert zetten we alle wijzigingen rondom de 30%-regeling op een rijtje.
Balkenendenorm
Als gevolg van wijzigingen in het Belastingplan 2022 is de 30%-regeling met ingang van 2024 gemaximeerd op de zogenoemde ‘Balkenendenorm’. In 2024 geldt dat de 30%-regeling mag worden toegepast tot een salaris van € 233.000. Is het salaris hoger, dan kan over het meerdere geen belastingvrije vergoeding worden berekend.
Overgangsrecht is van toepassing als de 30%-regeling in december 2022 in de payroll was toegepast op basis van een 30%-beschikking. De Belastingdienst schrijft hierover dat de onbelaste vergoeding ook in de maand december 2022 moet zijn genoten. Het overgangsrecht houdt in dat de salariscap uiterlijk pas vanaf 2026 van toepassing is.
Wisselt de belastingplichtige die onder het overgangsrecht valt van werkgever, dan blijft - onder voorwaarden - het overgangsrecht van toepassing, mits de arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever is overeengekomen binnen 3 maanden na het einde van de voorgaande dienstbetrekking.
30/20/10%-regeling
Dit najaar heeft de Tweede Kamer een wetswijziging aangenomen voor het afbouwen van de onbelaste vergoeding die aan inkomende werknemers kan worden betaald. Deze wetswijziging wordt – voor nieuwe gevallen - direct per 1 januari 2024 van kracht.
De 30%-regeling heeft een maximale looptijd van 5 jaar. Vanaf 1 januari 2024 kan de belastingvrije vergoeding gedurende de eerste 20 maanden maximaal 30% van het in Nederland belastbare loon bedragen. De daaropvolgende periode van maximaal 20 maanden, geldt dat de onbelaste vergoeding maximaal 20% van het in Nederland belastbare loon kan bedragen. Voor de resterende 20 maanden is de belastingvrije vergoeding maximaal 10% van het in Nederland belastbare loon.
Heeft de 30%-regeling een looptijd korter dan 5 jaren, dan geldt nog steeds dat de eerste 20 maanden een 30%-vergoeding kan worden verstrekt, gevolgd door (maximaal) 20 maanden een 20%-vergoeding, en voor de resterende looptijd geldt maximaal een 10%-vergoeding. Bijvoorbeeld: een beschikking heeft een looptijd van vier jaar. De toepassing is: 20 maanden maximaal 30% onbelast, 20 maanden maximaal 20% onbelast, en 8 maanden maximaal 10% onbelast.
Overgangsrecht is van toepassing als de 30%-regeling in december 2023 in de payroll was toegepast, op basis van een beschikking 30%-regeling. Het overgangsrecht houdt in dat de ‘oude’ 30%-regeling, waarbij er geen sprake is van een afbouw, onverkort van toepassing blijft.
Wisselt de belastingplichtige die onder het overgangsrecht valt van werkgever, dan blijft – onder voorwaarden - het overgangsrecht van toepassing, mits de arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever is overeengekomen binnen 3 maanden na het einde van de voorgaande dienstbetrekking.
NB: Indien de werkelijke extraterritoriale kosten meer bedragen dan de forfaitaire vergoeding, kan gekozen worden voor de onbelaste vergoeding van de werkelijke kosten in plaats van het toepassen van de 30%-regeling. Deze keuze wordt in beginsel per kalenderjaar gemaakt. Het is de moeite waard dit in voorkomende gevallen te beoordelen.
Partiële buitenlandse belastingplicht
Belastingplichtigen met de 30%-regeling kunnen er voor kiezen om – gedurende de looptijd van de 30%-regeling – voor box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) en box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) te worden behandeld als buitenlands belastingplichtige. Zij betalen daardoor in principe geen Nederlandse inkomstenbelasting over buitenlands vermogen.
De keuzemogelijkheid voor partiële buitenlandse belastingplicht wordt per 1 januari 2025 afgeschaft.
Overgangsrecht is van toepassing als de 30%-regeling in december 2023 in de payroll was toegepast, op basis van een beschikking 30%-regeling. Het overgangsrecht houdt in dat de keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht ook nog mogelijk is in de jaren 2025 en 2026. Vanaf 1 januari 2027 vervalt deze keuzemogelijkheid.
Evaluatie en aanpassing
De Eerste Kamer heeft een motie aangenomen waarin de regering wordt opgeroepen de evaluatie van de 30%-regeling naar voren te halen en op basis van deze evaluatie met een alternatief voor de huidige versobering te komen in het Belastingplan 2025 die minder schadelijk uitpakt voor de economie.
Staatssecretaris Van Rij heeft toegezegd om alternatieve maatregelen voor de 30%-regeling te presenteren bij de Voorjaarsnota, die in mei 2024 wordt verwacht.
Neem contact op met uw EY-adviseur om de gevolgen van bovenstaande wijzigingen en de impact op uw organisatie verder met u te bespreken.