Fiscale plannen uit het coalitieakkoord

VVD, D66, CDA en ChristenUnie presenteren het Coalitieakkoord 2021-2025 ‘Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst’.

Inleiding

De coalitiepartijen zijn er uit. Op 15 december 2021 hebben de partijen CDA, ChristenUnie, D66 en VVD - bijna negen maanden na de verkiezingen - de plannen gepresenteerd voor de komende vier jaar. ‘’Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst’’ is het motto van het kabinet Rutte IV.

In het coalitieakkoord en de budgettaire bijlage zijn ook enkele fiscale plannen aangekondigd, waaronder:

  • de ambitie om het belastingstelsel te vereenvoudigen en te hervormen;
  • de ambitie om de toeslagen af te schaffen;
  • verdere afbouw van de zelfstandigenaftrek voor ondernemers;
  • een verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding;
  • afschaffing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting voor nieuwe situaties;
  • afschaffing van de middelingsregeling in de inkomstenbelasting;
  • afschaffing van de “jubelton”;
  • een evaluatie en mogelijke aanpassing van de bedrijfsopvolgingsregeling;
  • ophoging van de grens in het wetsvoorstel excessief lenen;
  • per 2025 een nieuw box 3 stelsel op basis van reëel rendement;
  • afschaffing van de verhuurderheffing;
  • verhoging van de overdrachtsbelasting;
  • invoering van een aangescherpte CFC-maatregel uit het rapport van de Commissie Ter Haar en invoering van OESO Pillar II;
  • diverse maatregelen ten behoeven van het klimaat, waaronder een verhoging van de vliegbelasting;
  • mogelijke invoering van een suikerbelasting en verlaging van btw op groente en fruit naar 0%;
  • invoering van een onafhankelijke fiscale rechtshulp naar voorbeeld van de Amerikaanse “Taxpayers Advocate Service”.

Hieronder geven wij de meest opvallende fiscale en financiële punten van het coalitieakkoord weer.

Arbeidsmarkt en inkomen

De coalitie wil een aantal grote hervormingen in de arbeidsmarkt doorvoeren, die de bestaanszekerheid van lage- en middeninkomens versterken en de lasten verlagen. Het eindrapport van de commissie Regulering van Werk (commissie-Borstlap) en het hoofdstuk “Arbeidsmarkt, inkomensverdeling en gelijke kansen” uit het SER MLT-advies vormen de leidraad voor hoe de inrichting van de arbeidsmarkt van de toekomst er uit komt te zien.

De coalitie wil de verschillen tussen vast en flex verkleinen. In lijn met het SER MLT-advies worden oproep-, uitzend- en tijdelijke arbeidscontracten beter gereguleerd.

De coalitie wil werken lonender maken en de armoedeval verkleinen. Er komt een minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek. Het minimumloon wordt stapsgewijs verhoogd met 7,5%. Ouderen worden tegemoet gekomen via een hogere ouderenkorting.

De coalitie wil zorgen voor een lastenverlichting van € 3 miljard, met name voor lage- en middeninkomens, werkenden en gezinnen. Daarmee streeft de coalitie over de kabinetsperiode heen een evenwichtig en gemiddeld positief koopkrachtbeeld voor iedereen na.

Echte zelfstandigen worden ondersteund en ondernemerschap wordt gestimuleerd. De verdere ontwikkeling van een webmodule kan bijdragen aan het vooraf verkrijgen van zekerheid voor zzp-ers over de aard van de arbeidsrelatie. Schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan door betere publiekrechtelijke handhaving in het geval van het vermoeden van werknemerschap.

Er komt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen, die zo wordt vormgegeven dat oneerlijke concurrentie en te grote inkomensrisico’s voor individuen worden voorkomen. Hiermee wordt rekening gehouden met de randvoorwaarden uit het pensioenakkoord.

De zelfstandigenaftrek voor ondernemers wordt vanaf 2023 met stappen van € 650 teruggebracht tot € 1200 in 2030. Zelfstandigen worden gedurende de kabinetsperiode gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting.

De coalitie is voornemens het pensioenakkoord uit te voeren uit voor een goed en fatsoenlijk pensioen voor alle generaties.

Naar aanleiding van het pensioenakkoord is afgesproken om het lage inkomensvoordeel (LIV) af te schaffen. Het nog uit te werken alternatieve instrument, een loonkostenvoordeel (LKV) voor jongeren, wordt niet ingevoerd. Het LIV wordt afgeschaft per 2025. Door de systematiek van de regeling (uitbetaling één jaar later) is de eerste besparing in 2026.

De coalitie wil afspraken maken met het bedrijfsleven en overheden over het stimuleren van thuiswerken.

Om reizen naar werk betaalbaar te houden, verhoogt de coalitie met ingang van 1 januari 2024 de onbelaste reiskostenvergoeding.

Woningmarkt

De verruimde schenkingsvrijstelling eigen woning (‘’jubelton’’) wordt geschrapt.

De verhuurderheffing wordt afgeschaft. De coalitie maakt bindende prestatieafspraken met corporaties zodat de investeringscapaciteit die hierdoor ontstaat gebruikt wordt voor de bouw van flexwoningen, betaalbare huurwoningen, renovatie, verduurzaming en voor de leefbaarheid van wijken. Waar nodig krijgen corporaties projectsteun.

De overdrachtsbelasting voor niet-woningen én op verkrijgingen van woningen door rechtspersonen en particulieren die niet zelf langdurig in de woningen gaan wonen wordt per 2023 verhoogd van 8% naar 9%.

De coalitie verlaagt de sociale huur voor mensen met een lager inkomen en verhoogt stapsgewijs de huur voor mensen met een hoger inkomen tot de marktconforme huur. Om zittende corporatiehuurders in grondgebonden woningen een start te geven op de koopmarkt, krijgen ze de kans om hun woning onder bepaalde voorwaarden te kopen.

Middenhuurwoningen krijgen een vorm van huurprijsbescherming, zodanig dat wonen voor middeninkomens betaalbaar wordt én het rendabel blijft voor institutionele beleggers om in deze woningen te investeren. Om woningcorporaties te stimuleren tot de bouw van middenhuurwoningen wordt de markttoets gedurende de hele kabinetsperiode opgeschort.

Het woningwaarderingsstelsel en de gang naar de Huurcommissie wordt vereenvoudigd. Vaste huurcontracten blijven de norm.

Voor starters wordt bij het aanvragen van een hypotheek de actuele stand van de studieschuld bepalend. Voor senioren wordt het eenvoudiger een deel van de waarde van het huis op te nemen.

In het coalitieakkoord wordt niets opgemerkt over de hypotheekrenteaftrek

Particulieren

Iemand met een aanmerkelijk belang in een BV (kort gezegd een belang van minimaal 5%) moet dividend dat de BV uitbetaalt aangeven in box 2 van de inkomstenbelasting. Door geen dividendbelasting uit te betalen, maar van de BV te lenen, kan de heffing over vermogen dat in de BV zit mogelijk worden uitgesteld. In het wetsvoorstel excessief lenen dat daarop ziet, wordt het bovenmatige deel van een lening (grens) als fictief regulier voordeel belast in box 2 van de inkomstenbelasting. De coalitie is voornemens de grens te verhogen van € 500.000 naar € 700.000.

Vermogen wordt belast in box 3 van de inkomstenbelasting. Per 2025 wordt een nieuw box 3 stelsel op basis van reëel rendement ingevoerd, waarbij inkomsten uit vermogen worden belast op basis van werkelijk rendement. Vooruitlopend daarop wordt per 2023 de leegwaarderatio afgeschaft, waardoor de belasting van het rendement op verhuurd vastgoed in box 3 meer zal aansluiten bij de praktijk.

De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt voor nieuwe situaties afgeschaft na 2024.

De middelingsregeling in de inkomstenbelasting wordt per 2023 afgeschaft.

In deze kabinetsperiode wordt in samenhang met de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling die in 2022 wordt afgerond, onderzocht hoe de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kunnen worden verbeterd en oneigenlijk gebruik van de regeling kan worden tegengegaan, zodat de regeling wordt gebruikt waarvoor deze bedoeld is. Zie ook hierna onder ondernemingen.

Gezondheid

De coalitie verhoogt de belasting op suikerhoudende dranken en verhoogt de accijnzen op tabak. De coalitie is voornemens bindende afspraken te maken met de industrie over gezondere voedingsmiddelen. De coalitie beziet hoe op termijn een suikerbelasting kan worden ingevoerd en de BTW op groente en fruit naar 0% kan worden verlaagd.

Toeslagen

De coalitie streeft naar een verbetering en versnelling van de afhandeling van de schade van de gedupeerden van de toeslagenaffaire.

De coalitie heeft de ambitie om de toeslagen af te schaffen, zodat mensen niet meer verdwalen in de ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen. Daarom voert de coalitie de komende jaren een fundamentele herziening van de kinderopvang toeslag door. In stappen wordt de vergoeding van de kinderopvang tot 95% voor werkende ouders verhoogd. De toeslag wordt daarnaast direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen zodat ouders niet meer worden geconfronteerd met hoge terugvorderingen. Ouders betalen alleen nog een kleine eigen bijdrage. Ook de huurtoeslag wordt hervormd en vereenvoudigd. In de tussentijd gaat de coalitie door met verbeteringen in het huidige toeslagenstelsel.

Ondernemingen

De continuïteit van familiebedrijven wordt ondersteund door (reële) bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken. Tegelijkertijd wordt oneigenlijk gebruik van de bedrijfsvolgingsregeling tegengegaan.

De zelfstandigenaftrek voor ondernemers wordt vanaf 2023 met stappen van € 650 teruggebracht tot € 1200 in 2030. Zie ook hierboven onder arbeidsmarkt en inkomen.

In de vennootschapsbelasting wil de coalitie de aangescherpte CFC-maatregel uit het rapport van de commissie Ter Haar invoeren. Ook wordt OESO Pillar II ingevoerd. Mocht dit niet tot de gewenste besparing leiden, dan wordt gekeken naar andere grondslagverbreding in de vennootschapsbelasting, het lage tarief en/of de schijflengte in de vennootschapsbelasting. De coalitie zal daarbij het vestigingsklimaat, en de positie van het mkb in nemen.

Daar waar financieel gezonde ondernemingen door corona niet vooruitkomen door schulden, spant de coalitie zich in om tot oplossingen te komen.

De coalitie wil het groei- en innovatief vermogen van mkb-ondernemers en bedrijven versterken  en ondernemerschap stimuleren. Dat betekent volgens de coalitie een meetbare aanpak van regeldruk, waarbij met de mkb-toets bij wetgeving getoetst wordt of regels ook voor een mkb-ondernemer uitvoerbaar zijn. Het betekent volgens de coalitie ook het makkelijker maken om mensen in dienst te nemen en te houden, het wegnemen van onnodige belemmeringen bij financiering, het dichten van de financieringskloof, ondersteuning bij digitalisering en verduurzaming, een betere positie van ondernemers in het faillissementsrecht en een meer strategische benutting van overheidsaanbestedingen.

De coalitie versterkt het bedrijfsleven en het vestigingsklimaat en stimuleert met een duidelijke strategie een maakindustrie die vooroploopt. Dat wil de coalitie doen door te voorzien in goed opgeleid personeel en het tekort aan technisch en praktisch opgeleide werknemers aan te pakken. Door het bieden van een stabiel en voorspelbaar ondernemingsklimaat. En door in te zetten op een gelijk speelveld en bescherming te bieden tegen oneerlijke concurrentie van buiten Europa.

De coalitie zet het Nationaal Groeifonds door via investeringen in projecten gericht op kennisontwikkeling, onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

De coalitie ondersteunt innovatieve ‘startups’ en ‘scale-ups’ en richten het innovatiebeleid op de drie grote transities: klimaat en energie, digitalisering en sleuteltechnologieën, en de circulaire economie.

Met het oog op het behoud van een gelijk speelveld, wordt maatschappelijk ondernemerschap gefaciliteerd door de introductie van de Maatschappelijke B.V. Ook komt er voor maatschappelijk ondernemen één duidelijk kader met rapportage-eisen, en maakt de coalitie met een aangepast voorstel voor duurzaamheidsinitiatieven een uitzondering op de Mededingingswet mogelijk.

Volgens de coalitie is passende zorg de norm in het gezondheidsstelsel. Voor de transformatie naar passende zorg, de bestuurbaarheid van ziekenhuizen en het afremmen van perverse prikkels hebben ook medisch-specialistische bedrijven een verantwoordelijkheid. Indien bij deze medisch-specialistische bedrijven onvoldoende verbetering optreedt binnen twee jaar zal er regelgeving komen zodat alle medisch specialisten in loondienst gaan.

Internationaal en Europese Unie

De coalitie vindt dat Nederland een leidende rol moet nemen om de EU slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken. Daarbij werkt Nederland intensief samen met gelijkgezinde landen en waar nodig vormen deze landen kopgroepen om tot oplossingen te komen, bijvoorbeeld op de gebieden klimaat, migratie, veiligheid, handel en het tegengaan van belastingontwijking. De coalitie voert EU richtlijnen uit.

De coalitie zet in op digitale dienstenbelasting, vliegtaks, CO2-grensheffing en minimum tarief voor winstbelasting om oneerlijke concurrentie tussen lidstaten te voorkomen. Deze worden in principe nationaal geïncasseerd. Ook werkt de coalitie samen tegen belastingontduiking.

Klimaat, energie en vervoer

De coalitie kondigt een klimaat- en transitiefonds van €35 miljard aan voor de komende 10 jaar, aanvullend op de huidige Subsidieregeling Duurzame Energie SDE++. Het fonds helpt om de benodigde energie-infrastructuur (elektriciteit, warmte, waterstof en CO2) aan te leggen, de groene industriepolitiek te verwezenlijken en de mobiliteit en de gebouwde omgeving te verduurzamen.

De prikkels voor verduurzaming worden versterkt door het verhogen van de marginale heffing bovenop de prijs in het Europese emissiehandelssysteem (ETS). Om zekerheid te creëren wordt een oplopende bodemprijs voor de ETS-prijs geïntroduceerd, bij voorkeur in samenspraak met de ons omringende landen. Een eventuele financiële meeropbrengst van de marginale heffing en de oplopende bodemprijs vloeit terug in het klimaatfonds voor verduurzaming van bedrijven.

De coalitie wil het mkb helpen met verduurzamen. De coalitie wil zorgen voor inzicht in en advies over de stappen die het mkb kan zetten. Verduurzaming en versimpelen van de regelingen voor ondernemers wordt gestimuleerd. Toekomstig klimaatbeleid wordt getoetst op de effecten op het mkb.

De coalitie onderzoekt de mogelijkheden om financiële prikkels voor fossiele brandstoffen af te bouwen om vervolgens de financiële stimulering voor deze brandstoffen waar mogelijk te beëindigen. De coalitie wil dit zoveel mogelijk met andere landen doen, met het oog op het vestigingsklimaat.

De coalitie zet in op duurzaam verwarmen. Daarbij wordt gekeken naar de draagkracht van huishoudens, van lage- en middeninkomens én het mkb.

De coalitie ondersteunt de voorstellen van de Europese Commissie voor een belasting op kerosine op EU-niveau. Eveneens ondersteunt de coalitie de voorstellen over de vergroening van de scheepvaart. De Nederlandse inzet is daarbij om weglekeffecten zoveel mogelijk te voorkomen. De beschikbaarheid van walstroom voor schepen wordt verder uitgebreid.

Elektrisch vervoer wordt gestimuleerd; ook de tweedehandsmarkt.

Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. De coalitie introduceert in 2030 een systeem van Betalen naar Gebruik voor alle automobiliteit en in deze kabinetsperiode wordt wetgeving vastgesteld. Basis voor het systeem is de motorrijtuigenbelasting, waarvan het tarief afhankelijk wordt gemaakt van het jaarlijks verreden aantal kilometers. De heffing is niet tijd- en plaatsgebonden en vervangt de dan nog bestaande tol-tracés, zoals de Westerscheldetunnel, de Kiltunnel en de voorgenomen doorgetrokken A15. Dit betekent dat gebruikers van elektrische en fossiele auto’s beiden gaan meebetalen aan het weggebruik.

De vliegticketbelasting wordt verhoogd waarbij de opbrengst deels gebruikt wordt voor de verduurzaming van de luchtvaart en vermindering van leefomgevingseffecten.

Europese afspraken over het rechtvaardig belasten van de luchtvaart worden actief ondersteund. Het gelijke speelveld binnen de EU en van de EU ten opzichte van derde landen staat hierbij centraal. De coalitie wil dat in Europa vervoer per trein zo snel mogelijk, zowel qua tijd als qua kosten, een goed alternatief wordt voor vliegen.

Ten behoeven van het klimaat beoogt de coalitie onder andere de volgende maatregelen:

  • Aanscherping CO2-heffing industrie;
  • Invoering CO2-minimumprijs voor de industrie vanaf 2023;
  • Aanpassing tariefstructuur energiebelasting. De tariefstructuur van de energiebelasting wordt minder degressief gemaakt door de tarieven in de hogere verbruiksschijven gas en elektriciteit te verhogen;
  • Afschaffing van enkele vrijstellingen in de energiebelasting;
  • Verlaging tarief ODE in de tweede en derde schijf vanaf 2023;
  • Verhoging budget energie-investeringsaftrek (EIA) met € 50 mln per jaar vanaf 2023;
  • Verhoging budget milieu-investeringsaftrek (MIA) met € 30 mln per jaar vanaf 2025;
  • Afschaffing verlaagd tarief in de energiebelasting voor glastuinbouwbedrijven per 2025;
  • Afbouw van de vrijstelling in de BPM voor bestelauto’s van ondernemers.

Medeoverheden

De coalitie wil - om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten - in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitwerken, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Daarbij worden ook alternatieven voor de onroerendezaakbelasting en motorrijtuigenbelasting in de beschouwing betrokken. In de huidige kabinetsperiode zal de financiering van de medeoverheden grotendeels worden vormgegeven via de accres systematiek.

Tot slot

Het volledige coalitieakkoord vindt u hier. De budgettaire bijlage van het coalitieakkoord vindt u hier.

Het is nu afwachten hoe en wanneer de plannen uit het coalitieakkoord nader worden geconcretiseerd. Uiteraard houden wij u op de hoogte van verdere ontwikkelingen.