EY Prinsjesdag 2024

Vijf fiscale hoofdpunten van Prinsjesdag 2024


Belastingpakket 2025 in teken van ondersteunen koopkracht, versterken vestigingsklimaat en nieuwe maatregelen rondom de bedrijfsopvolgingsregeling.


In het kort:

  • Verbetering koopkracht burgers door onder meer extra schijf in box 1 en terugdraaien verhoging hoogste box 2-tarief
  • Verhoging btw-tarief voor hotels, boeken, sportwedstrijden en festivals per 1 januari 2026
  • Verbetering vestigingsklimaat bedrijven door onder meer terugdraaien versobering 30%-regeling
  • Nieuwe maatregelen rondom versobering en vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling
  • Verdere vergroening van het belastingstelsel

Krijgt de burger via de belasting compensatie voor het alsmaar duurder worden van de boodschappen? Moeten bedrijven volgend jaar meer belasting betalen? Worden er fiscale regels voorgesteld die verduurzaming ondersteunen? Allemaal vragen die op Prinsjesdag (deels) worden beantwoord. Op Prinsjesdag worden namelijk traditiegetrouw belastingplannen gepresenteerd voor het komende jaar en de daaropvolgende jaren.

De hoofdpunten

De belangrijkste regelingen uit het Belastingpakket 2025 zien onder meer op het verbeteringen van de koopkracht voor burgers, de verhoging van het btw-tarief voor bepaalde uitgaven, het versterken van het vestigingsklimaat voor ondernemingen, nieuwe maatregelen rondom versobering en vereenvoudiging van de bedrijfsopvolgingsregeling en enkele maatregelen voor verdere vergroening van het belastingstelsel.

1. Verbetering koopkracht voor burgers

Uit het Belastingpakket 2025 blijkt dat het kabinet een lastenverlichting wil voor werkende middeninkomens. Het doel is meer loon naar werken door een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale druk voor burgers. Om dit te bewerkstelligen wordt een derde schijf in de inkomstenbelasting ingevoerd. Met ingang van 1 januari 2020 is overgestapt van drie schijven naar twee schijven (met een hoog en een laag tarief). Dat wordt dus weer teruggedraaid, waarmee de tariefstructuur tot aan het toptarief weer iets progressiever wordt.

Overigens zit ook veel progressie verscholen in de beperking van het maximale aftrektarief voor een groot aantal aftrekposten, waaronder de hypotheekrenteaftrek, in de inkomensafhankelijke heffingskortingen en in de toeslagen. Daarmee blijft het erg moeilijk om in te schatten hoeveel een paar uur extra werken per week onder de streep oplevert. Dat zal op korte termijn waarschijnlijk niet veranderen.

Ook het tarief in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) is sinds 2024 progressief met twee tariefschijven. Het hoge tarief bedraagt momenteel 33% voor inkomen uit aanmerkelijk belang van meer dan € 67.000. In het Belastingpakket 2025 is opgenomen dat tarief te verlagen naar 31%. Dat kan voor de directeur-grootaandeelhouder misschien een reden zijn om een dividenduitkering uit de eigen BV of de verkoop van aandelen uit te stellen tot volgend jaar.

Het tarief in box 3 zal per 1 januari 2025 niet veranderen en blijft 36%. Het heffingsvrije vermogen is nu € 57.000. Dat bedrag zal per 1 januari 2025 nog worden gecorrigeerd voor inflatie. Bij de box 3-heffing is echter ook nog van belang dat de Hoge Raad heeft beslist dat het huidige systeem met forfaitaire rendementen voor spaartegoeden, overige bezittingen en schulden niet houdbaar is. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat enkel het werkelijk behaalde rendement in box 3 mag worden belast als dat lager is dan het forfaitaire rendement. Op 6 juni, 14 juni en 2 augustus 2024 heeft de Hoge Raad nadere uitleg gegeven voor de berekening van het werkelijke rendement. In een afzonderlijke Kamerbrief gaat de staatssecretaris in op de stand van zaken rechtsherstel box 3. Hij geeft onder meer aan dat wetgeving in voorbereiding is, om de heffing in box 3 in overeenstemming te brengen met de jurisprudentie van de Hoge Raad. De wetgeving zou per 1 juni 2025 inwerking moeten treden.

Uit het Belastingpakket blijkt verder dat de hypotheekrenteaftrek behouden blijft en het eigenwoningforfait onveranderd. Dit was ook al aangekondigd in het regeerprogramma. Het moet voorkomen dat er nog meer onzekerheid op de woningmarkt ontstaat en geeft huiseigenaren de zekerheid dat hun fiscale positie niet verder verslechtert.

2. Verhoging btw-tarief

Daar waar aan de ene kant (voor velen) de koopkracht enigszins verbeterd wordt door aanpassingen in de inkomstenbelasting en een lagere energierekening (door verlaging van de energiebelasting op aardgas), zullen sommige posten per 1 januari 2026 duurder worden door een verhoging van de btw. Ondanks massaal protest uit de sport-, horeca-, cultuur-, media- en boekenbranche, is het kabinet van plan het btw-tarief te verhogen voor onder meer hotels, boeken, sportwedstrijden en festivals. Het huidige lage btw-tarief voor culturele goederen en diensten en logies wordt namelijk met ingang van 1 januari 2026 grotendeels afgeschaft. Het btw-tarief gaat dan van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor dagrecreatie, bioscopen en kampeerterreinen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.

3. Verbetering vestigingsklimaat voor bedrijven

In het hoofdlijnenakkoord en regeerprogramma heeft het kabinet aangekondigd dat het vestigingsklimaat voorop staat. In het Belastingplan 2025 komt dat tot uiting door onder meer het terugdraaien van de versobering van de 30%-regeling. De 30%-regeling is met ingang van 1 januari 2024 aangescherpt. Met de aanscherping zou de regeling na 20 maanden steeds afgebouwd worden met 10%. Die versobering wordt nu grotendeels teruggedraaid. De maximale onbelaste vergoeding wordt gesteld op een constant forfait van 27% per 1 januari 2027 in combinatie met een verhoging van de salarisnorm. In de jaren 2025 en 2026 geldt voor alle ingekomen werknemers een percentage van 30%.

Verder kan het voor sommige bedrijven relevant zijn dat de zogenoemde kwijtscheldingswinstvrijstelling (die van toepassing is bij de kwijtschelding van schulden) wordt aangepast om fiscale belemmeringen bij de sanering van verlieslijdende lichamen weg te nemen.

Een belangrijke wijziging voor de wat grotere bedrijven zit in de generieke renteaftrekbeperking (de earningsstrippingmaatregel). Op grond van die regeling komt het saldo aan renten niet in aftrek voor zover dat meer bedraagt dan de hoogste van € 1 miljoen of 20% van het bruto bedrijfsresultaat (ebitda). In het Belastingpakket 2025 is opgenomen dat de drempel van 20% wordt verhoogd naar 25%, waardoor er meer renteaftrek mogelijk is.

Vooral multinationals zullen verheugd zijn dat inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting voor de inkoop van beursgenoteerde aandelen volgend jaar toch niet wordt afgeschaft.

Voor de vastgoedsector zal de verlaging van het algemene tarief in de overdrachtsbelasting van 10,4% naar 8% een welkome wijziging zijn, al gaat die wijziging pas 1 januari 2026 in. Dat zal niet gelden voor de aanscherping van de hierboven genoemde generieke renteaftrekbeperking (de earningsstrippingmaatregel) voor vastgoedlichamen. De aanscherping moet voorkomen dat die lichamen worden opgeknipt om meerdere malen gebruik te kunnen maken van de drempel van € 1 mln.

De ondernemer in de inkomstenbelasting zal blij zijn dat de geplande verlaging van de MKB-winstvrijstelling niet doorgevoerd wordt. Aanvankelijk zou deze vrijstelling per 1 januari 2025 worden verlaagd van 13,31% naar 12,03%, maar deze verlaging wordt nu deels teruggedraaid. De MKB-winstvrijstelling bedraagt in 2025 12,7%.

4. Versobering en vereenvoudiging van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Er is een afzonderlijk wetsvoorstel ingediend over de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. Het kabinet komt met een aantal maatregelen die de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) eenvoudiger en robuuster maken. In het Belastingpakket van vorig jaar was al opgenomen dat het volgende per 1 januari 2025 wijzigt:

  • De 5% doelmatigheidsmarge voor beleggingsvermogen wordt afgeschaft.
  • Bedrijfsmiddelen die zowel privé als zakelijk worden gebruikt kwalificeren slechts voor zover deze in de onderneming worden gebruikt.
  • Er wordt een minimumleeftijd van 21 jaar voor de verkrijger bij schenking van een aanmerkelijk belang ingevoerd.
  • De dienstbetrekkingseis in de doorschuifregeling vervalt.
  • Aanpassing van de bedrijfsopvolgingsregeling door de 100%-vrijstelling te verhogen naar maximaal € 1,5 miljoen en de huidige 83%-vrijstelling te verlagen naar 75%.

Het wetsvoorstel dat nu deel uitmaakt van het Belastingpakket 2025 bevat onder meer de al eerder aangekondigde maatregelen om de toegang tot de BOR en de DSR te beperken tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5% van het geplaatste kapitaal en specifiek voor de BOR een versoepeling van de bezits- en de voortzettingseis. Verder worden er maatregelen voorgesteld voor het tegengaan van onbedoeld gebruik van de BOR via rollatorinvesteringen, dubbel-BOR constructies en het salderen van de schuld bij terbeschikkinggestelde onroerende zaken.

5. Verdere vergroening van het belastingstelsel

Het belastingpakket 2025 bevat ook maatregelen voor de verdere vergroening van het belastingstelsel. Er wordt er een separaat energiebelastingtarief voor waterstof geïntroduceerd. Dit tarief zal lager zijn dan het energiebelastingtarief op aardgas. Het kabinet beoogt met deze fiscale prikkel een opschaling van de waterstofmarkt. Het kabinet stelt verder voor de vrijstellingen voor duaal gebruik van kolen en non-energetisch gebruik van kolen per 2027 af te schaffen. Dit draagt bij aan het beleidsdoel om kolengebruik in Nederland grotendeels uit te faseren. Voor de glastuinbouw wordt er een meer concrete definitie over de norm wanneer er sprake is van een energiebedrijf voor de glastuinbouw voorgesteld, er wordt een vrijstelling voor gebruik van aardgas uit hernieuwbare bronnen geïntroduceerd en het originele tariefpad uit de eerder aangenomen Wet fiscale maatregelen glastuinbouw (FKM Glastuinbouw) wordt aangepast.

Tot slot is in een afzonderlijk wetsvoorstel geregeld dat de salderingsregeling voor kleinverbruikers van zonne-energie per 1 januari 2027 wordt beëindigd. Dit betekent dat huishoudens en kleine bedrijven minder financieel voordeel zullen hebben van het terugleveren van zelf opgewekte zonne-energie aan het net. Het kabinet verwacht echter dat de lagere kosten van zonnepanelen en andere duurzame energiebronnen dit verlies aan financiële prikkels zullen compenseren.

Niet alleen de op Prinsjesdag gepresenteerde plannen zijn relevant

Het is goed te beseffen dat niet alleen de op Prinsjesdag gepresenteerde fiscale plannen relevant zijn. Enkele regelingen die vanaf 1 januari 2025 in werking treden, zijn namelijk al eerder wettelijk vastgesteld, bijvoorbeeld in de belastingplannen van het jaar (of jaren) ervoor. Zo is er in eerdere belastingpakketten bijvoorbeeld al vastgesteld dat per 1 januari 2025 de zelfstandigenaftrek verder wordt afgebouwd, dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit wordt aangepast en dat de regels voor fondsen voor gemene rekening, beleggingsinstellingen en commanditaire vennootschappen wijzigen.

Daarnaast worden veranderingen in belastingen niet alleen op Prinsjesdag aangekondigd. We houden uiteraard gedurende het gehele jaar in de gaten wat er op fiscaal gebied gebeurt en welke fiscale gevolgen dat heeft. Zo is er bijvoorbeeld een consultatie geweest en zijn er Kamerbrieven verschenen over een toekomstig box 3-stelsel waarin belasting wordt geheven over werkelijk rendement. Verder is aangekondigd dat de Belastingdienst op 1 januari 2025 volledig gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. Bedrijven en organisaties die mensen als zzp’er inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, kunnen dan weer een boete en naheffingen krijgen.

Tot slot

Bovenstaande is gebaseerd op het belastingpakket zoals gepresenteerd op Prinsjesdag. De wetsvoorstellen zijn nog niet definitief. Via onze website EY.nl/Prinsjesdag en social media houden wij je op de hoogte van de verdere relevante ontwikkelingen. 


Alle fiscale gevolgen van het Belastingplan overzichtelijk op een rij.

We zetten alle fiscale gevolgen van het Belastingplan overzichtelijk op een rij - op belastingsoort of op thema.


Samenvatting

Dit artikel beschrijft vijf fiscale hoofdpunten uit het Belastingpakket zoals gepresenteerd op Prinsjesdag.

Bovenstaande is gebaseerd op het belastingpakket zoals gepresenteerd op Prinsjesdag. De wetsvoorstellen zijn nog niet definitief. Via onze website EY.nl/Prinsjesdag en social media houden wij je op de hoogte van de verdere relevante ontwikkelingen.


Over dit artikel

Lees ook

Heroverweging 30%-regeling van belang voor behoud Nederlands vestigingsklimaat

Analyse van de 30%-regeling onthult de noodzaak voor een strategische heroverweging.

Het Belastingplan 2025: een nieuw groepsbegrip in de Wet bronbelasting 2021

Ontdek de voorgestelde wijziging in het groepsbegrip van de Wet bronbelasting 2021, gepland voor het Belastingplan 2025, ter verduidelijking.

Het Belastingplan 2025: een nieuw groepsbegrip in de Wet bronbelasting 2021

Ontdek hoe de mogelijke herziening van het lucratief belang de Nederlandse private equity sector beïnvloedt.