In de dynamische wereld van private equity vormt de beloning voor het succesvol beheren van investeringen of een succesvolle exit een kernpunt van discussie. Carried interests en andere beloningsinstrumenten, die een aandeel in de winst van een private equity fonds zijn of portfoliobedrijven vertegenwoordigen, staan centraal in deze discussie. Onlangs heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die de belasting op dergelijke beloningsinstrumenten zou kunnen verhogen van 33% in box 2 naar 49,5% in box 1 van de inkomstenbelasting. Deze potentiële verschuiving werpt vragen op over de aantrekkelijkheid van Nederland voor het aantrekken van topmanagement voor de beoogde portfoliobedrijven van private equity fondsen en daarmee de concurrentiepositie van Nederland in de Europese private equity markt.
Skin in the game
In de private equity context wordt vaak verwacht dat sleutelfiguren ook zelf investeren. Dit concept, bekend als 'skin in the game', is bedoeld om de belangen van de managers, het portfoliobedrijf en het private equity fonds op één lijn te brengen. Daarom investeren managers van portfoliobedrijven vaak in aandelen van die portfoliobedrijven en private equity managers in het private equity fonds via carried interest. Zo hebben zij de mogelijkheid om, naast salaris, ook een beloning op aandelen te verkrijgen. Het rendement op die aandelen kan gekoppeld zijn aan het behalen van management- en/of aandeelhoudersdoelstellingen. Ook worden regelmatig hefboommechanismen gebruikt. Als gevolg hiervan kan met een relatief kleine inleg al een substantieel rendement worden behaald. De Nederlandse wetgever heeft in 2009 dergelijke beloningsinstrumenten onder de lucratiefbelangregeling gebracht, waarbij deze vermogenstitels in beginsel belast worden in box 1 (belast tot 49,5%).
Echter, indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, treedt de heffing in box 1 terug en wordt er alleen in box 2 geheven. Voor deze gunstigere behandeling moet de houder van het lucratief belang zijn investering, onder andere, indirect houden via een houdsterentiteit waarin hij een aanmerkelijk belang heeft.
Voorgestelde wijzigingen lucratiefbelangregeling
In april 2024 werd een motie aangenomen in de Tweede Kamer die oproept tot een wijziging van de lucratiefbelangregeling. De motie, ingediend door het (voormalige) Tweede Kamerlid Idsinga c.s., beoogt de regeling aan te passen zodat managers in de private equity sector belast worden in box 1 over dergelijke belangen, wat een aanzienlijke verhoging van de belastingdruk zou betekenen. De motie spreekt expliciet over ‘carried interests’, maar lijkt ingestoken om een bredere aanpassing van de lucratiefbelangregeling te bewerkstellingen. Dit terwijl de lucratiefbelangregeling een relatief stabiele regeling is die sinds zijn invoering in 2009 inhoudelijk grotendeels ongewijzigd is gebleven.
De (toenmalige) staatssecretaris van Financiën Van Rij heeft in de Voorjaarsnota aangegeven de lucratiefbelangregeling verder te onderzoeken en voor de zomer van 2024 zijn bevindingen aan de Tweede Kamer te rapporteren. Tot op heden is dit onderzoek nog niet gedeeld met de Tweede Kamer.