6 minuten leestijd 21 augustus 2023
Zonnepanelen met windturbines

Elektriciteitsproducenten moeten voor 1 oktober aangifte plafondheffing doen

Door Seda Koçak

EY Nederland Consultant Global Trade & Sustainability

Building a Better Working World door klanten te begeleiden in de complexe wereld van handel en bijbehorende wet- en regelgeving.

6 minuten leestijd 21 augustus 2023

Stok achter de deur voor niet voldoen aan verplichtingen is onder andere een boete die kan oplopen tot 10% van de omzet van de onderneming.

In het kort:

  • Producenten van elektriciteit uit alternatieve energiebronnen als wind, zon, waterkracht en biomassa dienen voor 1 oktober 2024 de aangifte voor de inframarginale heffing in te dienen.
  • Niet tijdig indienen kan ze op een boete komen te staan, die kan oplopen tot wel 10% van de jaaromzet.

Circa 1.500 installaties in Nederland die elektriciteit opwekken uit zon, wind, waterkracht of biomassa moeten uiterlijk 1 oktober 2024 de aangifte en betaling verrichten voor de zogenoemde inframarginale heffing. Dit is een eenmalige heffing die is voorgesteld door de Europese Commissie om de bovenmatige winsten van producenten die nieuwe technologieën toepassen voor stroomproductie te plafonneren.

Scheve verhouding in productiekosten rechttrekken

Het gaat om installaties met een productievermogen van meer dan 1 MW die hun elektriciteit in de EU verkopen. Ter vergelijking: 1 MW komt overeen met de productie van ongeveer 3.000 zonnepanelen of één grote windturbine. De Europese Commissie kwam in oktober 2022 met een verordening met daarin een pakket aan noodmaatregelen als reactie op de door de hoge gasprijzen gestegen tarieven voor elektriciteit. Producenten die stroom opwekken met gas bepalen in grote mate de marktprijzen. Het prijsplafond moet de scheve verhouding tussen productie met gas of met alternatieve energiebronnen enigszins rechttrekken.

Heffing geldt met terugwerkende kracht

De EU-verordening verplicht de lidstaten om gedurende zeven maanden de marktopbrengsten van deze elektriciteitsproducenten te plafonneren. De heffing geldt met terugwerkende kracht voor de periode van 1 december 2022 tot en met 30 juni 2023. Het wetvoorstel dat dit regelt ligt momenteel ter advies bij de Raad van State. Marktinkomsten van stroomproducenten zijn gedurende deze periode tot een bedrag van 130 euro per MWh vrijgesteld van de heffing. Alle bedragen daarboven worden belast met een heffing van 90%.

De EU-verordening is een reactie op de door de hoge gasprijzen gestegen kosten voor elektriciteit
Seda Koçak
Consultant Global Trade & Sustainability

Hetzelfde bedrag als in omliggende landen

Initieel is het prijsplafond vanuit de verordening vastgesteld op 180 euro per MWh. Het kabinet kiest voor het lagere plafond van 130 euro per MWh, omdat dit ten eerste ruim boven de gemiddelde weekprijzen van € 40/MWh tot € 70/MWh die in Nederland op de day-ahead-markt gangbaar waren voordat de EU geconfronteerd werd met hoge elektriciteitsprijzen. Ten tweede is dit hetzelfde bedrag dat omliggende landen als België en Duitsland hanteren.

Opbrengst draagt bij aan consumentenplafond

De inframarginale heffing zal in Nederland naar verwachting 1,8 miljard euro opbrengen. Dit bedrag wordt onder andere gebruikt als bijdrage in de kosten van het prijsplafond op energie voor huishoudens en andere kleinverbruikers. Daarnaast wordt de opbrengst ingezet voor het investeren in maatregelen voor energie-efficiency.

Webinar Prinsjesdag 2023

Tijdens een interactief live webinar praten onze EY specialisten je traditiegetrouw de dag na Prinsjesdag bij over de fiscale consequenties.

Registreren

Samenvatting

Producenten van elektriciteit uit alternatieve energiebronnen als wind, zon, waterkracht en biomassa dienen voor 1 oktober 2024 de aangifte voor de inframarginale heffing in te dienen. Niet tijdig indienen kan ze op een boete komen te staan, die kan oplopen tot wel 10% van de jaaromzet.

Over dit artikel

Door Seda Koçak

EY Nederland Consultant Global Trade & Sustainability

Building a Better Working World door klanten te begeleiden in de complexe wereld van handel en bijbehorende wet- en regelgeving.