Persbericht
19 sep. 2024  | Amsterdam, NL

In Europa loopt Nederland achter bij adoptie van AI

Perscontact

Gerelateerde topics
  • De adoptie van AI blijft in ons land achter ten opzichte van andere Europese landen.
  • Nederland staat onderaan met een adoptie onder werknemers van 66 procent, terwijl dit bij landen als Spanje (84%) en Zwitserland (82%) beduidend hoger ligt.

De adoptie van kunstmatige intelligentie (AI) door medewerkers kan zorgen voor een verbetering van de resultaten van bedrijven - maar de uitdagingen die deze nieuwe ontwikkeling met zich meebrengt worden ook steeds zichtbaarder. Accountants- en adviesorganisatie EY onderzocht in negen Europese landen en in verschillende sectoren de adoptie van AI op de werkvloer en wat daarbij door medewerkers gezien wordt als de voor- en nadelen.

Uit het onderzoek blijkt dat bedrijven in Nederland nog onvoldoende in staat zijn om te profiteren van de mogelijkheden van AI. De adoptie van AI blijft in ons land achter ten opzichte van andere Europese landen. Nederland staat onderaan met een adoptie onder werknemers van 66 procent, terwijl dit bij landen als Spanje (84%) en Zwitserland (82%) beduidend hoger ligt.

Dit vertaalt zich in een zorgelijke ontwikkeling. In Zwitserland geeft maar liefst 81 procent van de ondervraagden aan dat zij aantoonbare, verbeterde bedrijfsresultaten hebben weten te boeken met AI. Op dit gebied staat Nederland onderaan de ranglijst, waarbij er in slechts 34 procent van de ondervraagde bedrijven sprake is van kostenbesparingen of omzetverhogingen door AI.

Volgens Menno Bonninga, AI Lead bij EY in Nederland, zijn hier meerdere verklaringen voor. “Het valt op dat in de goed scorende landen er geen of beperkte restricties zijn om met AI-programma’s te werken. Denk hierbij aan ChatGPT, BingChat, DeepL of chatbots en voice assistenten. Zo kan een werknemer in Zwitserland volgens 73 procent van de ondervraagden volledig of met enige restricties voor zijn werk gebruik maken van AI-programma’s. In de Nederlandse markt is dit 51 procent, terwijl dit bijvoorbeeld Duitsland op slechts 42 procent zit. Een tweede opvallende constatering is dat in de goed presterende landen er sprake is van een grotere mate van eigen verantwoordelijkheid voor medewerkers. Zo’n 60 procent van de ondervraagde Zwitsers geeft aan zelf het initiatief te nemen om de kennis en ervaring met AI op te doen, waar dit in Nederland blijft steken op 38 procent. De Nederlandse werknemer geeft daarentegen wel aan dat zijn bedrijf voldoende investeert in opleiding / ondersteuning van AI. Een kanttekening hierbij is dat een ruime meerderheid (64%) van de Nederlandse werknemers zich er terdege van bewust is dat door AI er mogelijk minder werknemers nodig zijn. Dat kan een rem zijn op het enthousiasme om met AI aan de slag te gaan. Dit komt overeen met het gemiddelde van West-Europa.”

Andere wetenswaardigheden uit het onderzoek zijn:

  • Twee op de drie werknemers in Nederland (66%) hebben al ervaring opgedaan met AI-toepassingen. Wat klinkt als een hoog cijfer, ligt onder het gemiddelde in vergelijking met andere Europese landen (73%);
  • De meeste Nederlanders gebruiken AI in hun privéleven (28%) en maar 10 procent op het werk. Zo’n 28 procent heeft ervaring met AI zowel privé als op werk;
  • Interne beleidsrestricties, externe regelgeving en de complexiteit van nieuwe technologieën zorgen voor een achterstand in de adoptie van AI in Nederland;
  • Bijna de helft van de managers (45%) in Europa zegt dat AI al heeft geleid tot kostenbesparingen, verhoogde winsten - of beide;
  • Ruim twee derde van de werknemers vreest ontslag door AI.

“AI jaagt in hoog tempo een revolutie aan in het bedrijfsleven en is een blijvend fenomeen geworden”, vervolgt Bonninga. “Tegelijkertijd worstelen organisaties met de verschillende hindernissen bij de operationele inzet van AI. Zo leggen bedrijven zelf vaak beperkende beleidsmaatregelen op voor het gebruik van AI door werknemers. Complexiteit is een ander probleem. Zes op de tien respondenten (67%) wijzen op de moeite die ze hebben om AI-systemen in hun organisatie te implementeren. Maar er wordt ook gewezen naar toenemende regelgevende controle, en Europa is met de EU AI act daar geen uitzondering op.”

Een andere belangrijke factor voor de adoptie van AI is volgens Bonninga de houding van het hoger management. “Een duidelijke en positieve houding van het hoger management is essentieel voor een succesvolle integratie. Leiders moeten AI-initiatieven ondersteunen, een cultuur bevorderen die experimenten en innovatie aanmoedigt, terwijl ze gerechtvaardigde zorgen over baanverdringing, ethische en juridische overwegingen bespreekbaar maken.”

In Zwitserland geeft de meerderheid van de respondenten (56%) hun werkgever een goede beoordeling als het gaat om de mate waarin het management een positieve houding heeft ten aanzien van vooruitgang met AI-toepassingen. In Nederland is dat nog maar 37 procent.

AI trainingen kunnen beter

Volgens de enquêteresultaten zijn niet genoeg respondenten tevreden met het niveau van training over AI dat ze op het werk krijgen. In veel gevallen nemen werknemers zelf het initiatief en maken ze gebruik van zelfstudie mogelijkheden, privé, professioneel, of een combinatie van beide. Zelfeducatie op het gebied van AI is het meest wijdverbreid in Zwitserland (60%), Italië (54%) en Spanje (54%). Bonninga: “Het feit dat veel werknemers hun opleiding privé voortzetten - ook omdat de aanbiedingen van hun werkgevers niet voldoende voor hen zijn - zou het management aan het denken moeten zetten. Trainingsprogramma's die zijn afgestemd op de specifieke behoeften van elke functie zijn essentieel voor het succesvol integreren van AI in bedrijfsoperaties.”

Het risico van ontoereikende training en het gebrek aan AI-hulpmiddelen is dat werknemers geneigd zijn om hun eigen AI-oplossingen mee te nemen (BYOAI - Bring Your Own AI). Dit kan leiden tot onjuist gebruik of toepassingen die niet overeenkomen met de bedrijfsfilosofie, met mogelijke problemen op het gebied van cyberveiligheid, privacy en ethiek tot gevolg.

“Training is cruciaal en kan verbeterd worden door gepersonaliseerde leertrajecten en interactieve AI-tools aan te bieden, of door integratie in bestaande ontwikkelingsprogramma's om AI-vaardigheden te versterken. Dit biedt een kans om de pioniers binnen de organisatie te erkennen en hen als ‘champions’ de verandering vanaf de werkvloer te laten stimuleren”, stelt Bonninga.

Verlies banen door AI

Gemiddeld in Europa zegt bijna één op de vijf respondenten (19%) dat AI al invloed heeft op hun werk. Een aanzienlijke 38 procent van alle respondenten verwacht binnen de komende drie jaar een merkbare toename van de invloed van AI-applicaties op hun banen.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de meerderheid van de ondervraagden denkt dat AI zal leiden tot banenverlies. Echter verschillen de meningen van de respondenten over de Europese landen. Over het algemeen zegt iets meer dan twee op de drie respondenten (68%) dat ze verwachten dat er minder werknemers nodig zullen zijn naar mate AI-systemen meer gevestigd raken en het aantal en de reikwijdte van gebruiksscenario's toeneemt. Het percentage is bijzonder hoog in Portugal (80%), Spanje (78%), Italië (76%) en België (74%). In tegenstelling, er is enigszins minder bezorgdheid over banenverlies vanwege AI in Zwitserland (57%), Duitsland (59%) en Nederland (63%).

AI helpt bedrijven om kosten te besparen en winsten te verhogen

Ondanks de uitdagingen zijn de voordelen van AI-adoptie al duidelijk, met name gemeten aan kostenbesparingen: In heel Europa zegt bijna de helft van de ondervraagde managers (45%) dat het gebruik van AI hen heeft toegestaan om kosten te besparen, winsten te verhogen – of beide. Gemeten aan deze twee criteria is de AI-implementatie tot nu toe het meest succesvol geweest in Zwitserland, waar 81 procent van de managers een positieve ervaring heeft gehad met de technologie. Aan de andere kant zijn respondenten in Nederland, Oostenrijk en Duitsland (alle 34%) minder onder de indruk.

Wel of geen topprioriteit?

Is investeren in AI een topprioriteit voor bedrijven? In heel Europa stemt bijna vier op de tien respondenten (38%) daarmee in. Wat zijn de toekomstmogelijkheden van AI? Zo'n 82% van de respondenten uit de financiële dienstverlening en de sectoren technologie, media en telecommunicatie zijn optimistisch over de ontwikkelingsmogelijkheden van de technologie. Duidelijke meerderheden van respondenten die werken in energie (80%), geavanceerde productie en mobiliteit (77%), landbouw (73%) en verzekeringen (72%) delen eveneens deze mening. Bonninga: “Nu de ontwikkeling en adoptie van AI blijven versnellen, moeten Europese bedrijven deze transformerende technologie omarmen met zowel voorzichtigheid als optimisme. AI kan een krachtig hulpmiddel zijn in handen van bekwame en goed getrainde werknemers, met enorme productiviteitswinsten in het vooruitzicht. Bedrijven moeten een actieve rol aannemen in het trainen en bijscholen van hun mensen. Door vandaag te investeren in AI-capaciteiten, kunnen organisaties zich positioneren als leiders in een steeds competitiever landschap.”

= einde bericht =


Noot aan de redactie

Dit is een samenvatting van de belangrijkste resultaten uit de eerste ‘EY European AI Barometer’ studie. Hiervoor zijn door het Duitse onderzoeksbureau Innofact AG 4.741 werknemers in negen Europese landen uit verschillende sectoren en functies binnen bedrijven ondervraagd. Het hele onderzoek is voor journalisten op verzoek verkrijgbaar via de woordvoerder.