EY kan en mag het kabinet

Kan en mag het kabinet verder met het hete hangijzer box 3?


De plannen voor een rechtvaardigere belastingheffing op inkomsten uit vermogen kunnen vertraging oplopen door de val van het kabinet.

In het kort:

  • Ook het huidige box-3 stelsel is mogelijk in strijd met de Rechten van de Mens
  • Nog los van de mogelijke uitvoerbaarheid van een nieuw systeem voor box 3 zal elke variant voor- en nadelen hebben voor staat en belastingplichtigen
  • De behoefte aan duidelijkheid over de toekomst van box 3 is groter dan ooit, maar wat kan en mag het demissionaire kabinet?

Hoe kan de Belastingdienst het werkelijk rendement op vermogen zo precies en rechtvaardig mogelijk vaststellen? Dat is de uitdaging van het nieuwe rekenstelsel voor box 3 dat vanaf 2027 wordt verwacht. Er zijn al wel enkele verfijningen toegezegd om meer aan te sluiten bij werkelijk rendement in de huidige vermogensrendementsheffing zoals de box 3-belasting officieel heet. De hamvraag is of het demissionair kabinet die beloftes waar kan en mag maken van het parlement. Ook wat betreft de voortgang van de inrichting van een geheel nieuw stelsel voor box 3 is het vooralsnog koffiedik kijken of het parlement dit onderwerp controversieel zal verklaren.

Systeem is strijdig met het eigendomsrecht

Herziening van de belastingheffing in box 3 is al enkele jaren een hot item. Steeds meer mensen met inkomsten uit vermogen, zoals huurinkomsten van een tweede huis, rente op spaartegoeden, dividend en aandelen, beklaagden zich over het systeem van forfaitaire ofwel geschatte rendementen. Dit omdat de daadwerkelijke opbrengsten in de praktijk vaak lager waren dan het schattingspercentage dat de Belastingdienst hanteert. De rechtszaken die burgers daarover aanspanden leidden uiteindelijk tot een verrassende uitspraak van de Hoge Raad op 24 december 2021, namelijk dat het sinds 2017 geldende stelsel voor box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit omdat het systeem te ver afstond van de realiteit en strijdig is met het eigendomsrecht.

De samenleving is gediend met een duidelijk toekomstperspectief voor een goed box 3- systeem.

Overbruggingswet met meer verfijningen

Omdat een nieuw stelsel op grond van werkelijk rendement niet in korte tijd is op te tuigen introduceerde het kabinet de Overbruggingswet met enkele verfijningen in het box 3-belastingsysteem. Zo zijn er drie categorieën aangebracht in plaats van één forfaitair percentage voor alle vermogensrendementen. Het percentage voor banktegoeden is nu 0,01%, voor schulden 2,46% en voor overige bezittingen 6,17%. Deze laatste categorie omvat dus nog steeds zaken als aandelen en vakantiehuizen. De percentages kunnen overigens nog met terugwerkende kracht worden aangepast op basis van de praktijk.     

Een realistischer en werkbaar systeem

Staatssecretaris Van Rij zegde in april van dit jaar toe onderwerpen op te pakken die als onevenwichtig aanvoelen. Zoals bijvoorbeeld de onderlinge verrekening van schulden en vorderingen tussen echtgenoten die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. Dit levert de situatie op dat schuld onder het lage forfaitair percentage van 2,46% valt en een vordering in de categorie 6,17%. De staatssecretaris beloofde dit onderwerp te defiscaliseren, ofwel buiten de heffing te laten. Een ander onderwerp dat op veel mensen impact heeft is het aandeel in een Vereniging van Eigenaren. Hierover is toegezegd dit niet in de categorie overige bezittingen (6,17%) te plaatsen, maar onder banktegoeden te laten vallen (0,01%). Verder wordt overwogen de categorie overige bezittingen verder uit te splitsen met bijbehorende aparte rendementspercentages, onder andere voor effecten, onroerende zaken, kapitaalverzekeringen, periodieke uitkeringen, pensioenen en lijfrentes. Op deze manier zijn rendementen nauwkeuriger aan diverse categorieën te koppelen, in de hoop dat dit een realistischer en werkbaar systeem oplevert dat niet in strijd is met de Rechten van de Mens.

Belasting heffen over werkelijk rendement is ingewikkeld, nog los van de vraag wat werkelijk rendement precies is.

Wat is werkelijk rendement?

Volgens de toezegging gaan de beoogde verfijningen voor VvE-aandelen en verrekening tussen echtgenoten met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 in. Ondanks alle beoogde verfijningen zullen er naar verwachting mensen blijven die in de praktijk minder rendement behalen op hun vermogen dan de fiscale regels inschatten. De uitdaging voor het kabinet om een nieuw box 3-stelsel te ontwerpen is dan ook groot. Belasting heffen over werkelijk rendement is technisch moeilijk uitvoerbaar. Daarnaast verschillen de opvattingen over wat werkelijk rendement precies is.

Varianten hebben voor- en nadelen

Een mogelijke variant op het huidige stelsel is het belasten van de werkelijke inkomsten uit verhuur, pacht en erfpacht. Deze zijn vrij gemakkelijk aan te tonen. Tegelijk kunnen dan de aftrekbare kosten forfaitair worden gemaakt. Zo’n inschatting is weliswaar niet helemaal zuiver, maar wel goed werkbaar. Een andere optie is het jaarlijks belasten van de forfaitaire waarde van de tweede woning door de basiswaarde te bepalen en die jaarlijks met een percentage te verhogen. Zo’n inschatting van de waarde is te baseren op marktontwikkelingen en bijvoorbeeld te koppelen aan de WOZ-waarde. Een derde mogelijkheid is onroerend goed in box 1 plaatsen, waarin nu het loon en de aftrek eigen woning zitten. Nadeel hiervan is dat mensen die hun tweede woning niet verhuren geen opbrengst hebben maar wel belast worden voor de waardestijging. Dan gaan er ook nog stemmen op die voorstellen om box 3 af te schaffen of om een box 4 in te voeren voor uitsluitend onroerend goed. Zo heeft elke variant wel voor- en nadelen, voor belastingplichtigen en voor de staat. Wat dan ook nog mee zal wegen is de uitvoerbaarheid. De beste ideeën zouden daarop nog kunnen stranden.

De grote vraag voor Prinsjesdag is of de Tweede of Eerste Kamer de verfijningen of de hele stelselwijziging voor box 3 al dan niet controversieel verklaart. Dat neemt niet weg dat de samenleving gediend is met een duidelijk toekomstperspectief voor een goed box 3-systeem. Het is voor iedereen relevant te weten waar we aan toe zijn, hoe ingewikkeld die opgave ook is.

Webinar Prinsjesdag 2024

Tijdens een interactief live webinar praten onze EY specialisten je traditiegetrouw de dag na Prinsjesdag bij over de fiscale consequenties.


Lees Meer

Het fiscale bijtellingssysteem voor een duurzaam wagenpark is nodeloos complex

De elektrische auto van de zaak wordt steeds minder aantrekkelijk voor werknemers die aan het begin van hun loopbaan staan.


    Samenvatting

    Mensen met inkomsten uit vermogen bevinden zich fiscaal gezien in een vacuüm. Het huidige box 3-stelsel is goed uitvoerbaar, maar kan onredelijk uitpakken. De verantwoordelijk staatssecretaris toont begrip en heeft nu al, in afwachting van een nieuw systeem, verfijningen toegezegd. Het is de grote vraag of de val van het kabinet voor zand in de raderen gaat zorgen. De behoefte aan duidelijkheid over de toekomst van box 3 is zeer groot.


    Over dit artikel