Ondernemingen die reeds onder de richtlijn vallen, zullen vanaf 1 januari 2024 aan de gewijzigde regels moeten voldoen.
Tijdschema's
De 27 EU-lidstaten moeten de nieuwe richtlijn 18 maanden na de inwerkingtreding omzetten in nationale wetgeving. Ondernemingen die reeds aan de NFRD zijn onderworpen, zullen aan de gewijzigde regels moeten voldoen voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2024 (rapportage in 2025 over gegevens van 2024).
Andere grote ondernemingen die niet onder de NFRD vallen, moeten vanaf 1 januari 2025 beginnen te rapporteren (rapportage in 2026 over gegevens van 2025). Om de rapportagelast voor de betrokken kmo's tot een minimum te beperken, hoeven zij pas vanaf 1 januari 2026 te rapporteren (rapportage in 2027 over gegevens van 2026). Voor ondernemingen uit derde landen gelden de nieuwe vereisten vanaf 1 januari 2028 (rapportage in 2029 over gegevens van 2028).
Hoofdstuk 1
Een EU-perspectief op normen voor duurzaamheidsverslaglegging
De nieuwe richtlijn brengt duurzaamheidsrapportage op één lijn met financiële rapportage.
De CSRD moet ervoor zorgen dat bedrijven adequate informatie openbaar maken over de duurzaamheidsrisico's en -kansen waarmee zij worden geconfronteerd, maar ook over de gevolgen daarvan voor mens en milieu (d.w.z. het beginsel van dubbele materialiteit). Volgens de richtlijn moet duurzaamheidsverslaggeving "vergelijkbaar en betrouwbaar zijn en met behulp van digitale technologieën gemakkelijk te vinden en te gebruiken zijn".
De gerapporteerde informatie moet in overeenstemming zijn met de EU-regelgeving, waaronder de EU taxonomy, een EU-breed classificatiesysteem dat een lijst van ecologisch duurzame economische activiteiten vaststelt.
De richtlijn beoogt onnodige kosten in verband met duurzaamheidsrapportage te verminderen. Het doel is om bedrijven in staat te stellen op een kostenefficiënte manier te voldoen aan de groeiende vraag naar duurzaamheidsverslaglegging.
De herziene richtlijn wijzigt vier bestaande stukken wetgeving:
- De jaarrekeningenrichtlijn
- De Transparantierichtlijn
- De auditrichtlijn
- De controleverordening
Vaststelling van EU-normen voor duurzaamheidsverslaglegging
Wanneer bedrijven rapporteren in het kader van de richtlijn, zullen zij gebruik moeten maken van een reeks normen voor duurzaamheidsrapportage die worden ontwikkeld door de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG). In maart 2021 heeft EFRAG een gedetailleerde routekaart voor de ontwikkeling van de nieuwe duurzaamheidsnormen gepubliceerd, evenals voorstellen voor een wederzijds versterkende samenwerking tussen de mondiale en de EU-initiatieven voor de vaststelling van normen. In 2022 heeft EFRAG de nieuwe pijler Duurzaamheidsverslaglegging ingesteld met de oprichting van de EFRAG Sustainability Reporting Board (SRB) en de EFRAG Sustainability Reporting Technical Expert Group (SR TEG). In april 2022 is een raadpleging over een eerste reeks ontwerpnormen van start gegaan.
De normen voor duurzaamheidsverslaglegging zijn bedoeld om tegemoet te komen aan de eisen van een breed scala van belanghebbenden. Zij houden vast aan het beginsel van "dubbele materialiteit", waarbij zowel de "impact materialiteit" als de "financiële materialiteit" op zichzelf worden toegepast, zonder de wisselwerking daartussen te negeren.
De normen voor duurzaamheidsverslaglegging waarborgen de kwaliteit en de relevantie van de gerapporteerde informatie, door te eisen dat deze begrijpelijk, relevant, verifieerbaar en vergelijkbaar is en op getrouwe wijze wordt weergegeven. De normen moeten ook onevenredige administratieve lasten voor ondernemingen vermijden, onder meer door zoveel mogelijk rekening te houden met het werk van mondiale initiatieven voor de vaststelling van normen voor duurzaamheidsverslaglegging, ontwikkeld door de International Sustainability Standards Board (ISSB).
De Commissie wil uiterlijk op 30 juni 2023 een eerste reeks door EFRAG ontwikkelde normen voor duurzaamheidsverslaglegging aannemen.
Daarin zal worden gespecificeerd welke informatie ondernemingen met betrekking tot alle duurzaamheidsthema's openbaar moeten maken, alsook welke aanvullende openbaarmakingsverplichtingen voor financiële marktdeelnemers gelden. Voorts wil de Commissie uiterlijk op 30 juni 2024 een tweede reeks rapportagenormen vaststellen, met sectorspecifieke normen, normen voor beursgenoteerde kmo's, normen voor niet-EU-ondernemingen en andere aanvullende informatie waarover ondernemingen moeten rapporteren.
De Commissie zal de normen na de toepassing van de richtlijn om de drie jaar herzien om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen, zoals internationale normen.
Hoofdstuk 2
Wat betekent de richtlijn voor bedrijven?
De CSRD is een stap voorwaarts in de verslaglegging door ondernemingen.
De CSRD betekent een grote verandering in de bedrijfsrapportage met verstrekkende gevolgen voor bedrijven op individuele basis en voor de toekomst van de duurzaamheidsrapportage, zowel in Europa als wereldwijd. Bedrijven, regelgevers, normstellers en accountants zullen allemaal veel tijd en middelen moeten besteden aan de voorbereiding van de tenuitvoerlegging van de richtlijn - binnen een kort tijdsbestek. Het bedrijfsleven zal bepaalde verwachtingen koesteren, zoals:
- meer duurzaamheidsgerelateerde informatie dan voorheen bekendmaken over hun bedrijfsmodellen, strategie en toeleveringsketens
- Informatie verstrekken die beleggers kunnen vergelijken met sectorgenoten, met een verwachte kapitaalstroom naar bedrijven die op authentieke wijze blijk geven van sterke duurzaamheidsprestaties
- De manier veranderen waarop bedrijven hun eigen besluitvormingsprocessen benaderen en hoe ze hun verhalen delen met hun stakeholders
Voorbereiding van een efficiënte uitvoering
Gezien het belang van de richtlijn - en de resterende tijd om zich erop voor te bereiden - moeten bedrijven zich nu gaan voorbereiden op de uitvoering ervan. Het is belangrijk om vertrouwd te raken met de richtlijn en na te gaan wat de eisen ervan in de praktijk voor hun bedrijf betekenen.
Ondernemingen zullen moeten nagaan hoe zij duurzaamheidsgerelateerde informatie identificeren en verzamelen, risico's op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur (ESG) beheren, beleid opstellen en doelstellingen en KPI's vaststellen met de gelegenheid om de relevantie ervan opnieuw te beoordelen. Ondernemingen moeten ook op de hoogte blijven van alle uitkomsten, interpretaties en mededelingen van EFRAG tijdens het normalisatieproces om vroegtijdig zicht te krijgen op hoe de normen er waarschijnlijk uit zullen zien.
Kosten
Naar verwachting zullen ongeveer 49 000 EU-ondernemingen in de toekomst verplicht zijn duurzaamheidsinformatie te rapporteren, tegenover 11 600 ondernemingen op dit moment3. Hoewel de richtlijn tot doel heeft "de onnodige kosten van duurzaamheidsrapportage voor bedrijven te verminderen", zullen de voorbereiders naar schatting aanzienlijke eenmalige kosten en terugkerende jaarlijkse kosten moeten maken om aan de richtlijn te voldoen.
In de richtlijn wordt benadrukt dat bedrijven door de vraag van belanghebbenden nu al te maken krijgen met een aanzienlijke rekening voor het verstrekken van duurzaamheidsinformatie. Bijgevolg zouden bedrijven daadwerkelijk kunnen besparen door de normen te gebruiken, afhankelijk van hun omvang, op basis van het feit dat de normen de noodzaak van extra informatieverzoeken wegnemen.
Effectbeoordeling
49,000EU-bedrijven zullen in de toekomst verplicht zijn duurzaamheidsinformatie te rapporteren, tegenover 11.600 bedrijven nu.
De CSRD is meer dan een verslaggevingsstandaard
Het uiteindelijke doel is om bedrijven te motiveren hun bedrijfsactiviteiten zodanig in te richten dat deze bijdragen aan de sociale en klimaat doelen van de EU. De CSRD leidt tot meer transparantie en vergelijkbaarheid. De integratie van ESG informatie in de externe verslaggeving komt hiermee in een nieuwe fase. Het leidt tot inzicht in de bijdrage van uw onderneming aan het realiseren van de voor uw organisatie relevante sociale en klimaat doelstellingen. Dit nieuwe stelsel van verslaggevingsstandaarden is met ingang van 2024 volledig van kracht, met eerdere toepassing van de EU Taxonomy. Het is cruciaal om tijdig met de voorbereiding te starten om tot een succesvolle implementatie te komen.
Local contact
Jan Niewold
EY Nederland, Partner Climate Change & Sustainability Services, EMEIA Sustainability LeaderDuurzaamheidsverslaglegging voor het mkb
Van beursgenoteerde kmo's wordt alleen een duurzaamheidsverslaggeving verwacht die in verhouding staat tot hun omvang en middelen, en aangezien dit voor kmo's een grote stap is, kan het zoeken van professionele expertise bij externe partners helpen bij de overgang.
Wat de ondernemingen in de praktijk moeten doen
Bedrijven die onder het toepassingsgebied van de CSRD vallen, zullen een aantal belangrijke wijzigingen moeten aanbrengen in de manier waarop zij duurzaamheidsinformatie opstellen en openbaar maken.
Het management zal moeten:
Verstrek aanvullende informatie
Alle bekendgemaakte duurzaamheidsinformatie moet een toekomstgerichte en retrospectieve kijk hebben en zowel kwalitatief als kwantitatief zijn. Het moet ook rekening houden met de korte-, middellange- en langetermijnhorizon en met de hele waardeketen van de onderneming.
Verslag uitbrengen volgens de nieuwe normen voor duurzaamheidsverslaglegging
Bedrijven zullen de nieuwe normen voor duurzaamheidsverslaglegging gebruiken om informatie bekend te maken als onderdeel van hun managementverslag, waardoor gebruikers van het verslag een geïntegreerd beeld krijgen van hun impact en prestaties op het gebied van milieu-, sociale en mensenrechten en governance (ESG).
Aangezien de normen momenteel worden ontwikkeld, zullen in de komende maanden meer details bekend worden gemaakt.
Gebruik digitale tagging
Om het voor gebruikers gemakkelijker te maken hun duurzaamheidsinformatie te doorzoeken en voor machines te lezen, moeten bedrijven zowel hun jaarrekening als hun jaarverslag in één XHTML-formaat opstellen en duurzaamheidsinformatie markeren volgens een digitale taxonomie.
Duurzaamheidsverslaglegging voor het mkb
Beursgenoteerde mkb-ondernemingen mogen duurzaamheidsverslagen opstellen die in verhouding staan tot hun omvang en middelen. Aangezien dit alsnog een grote stap is voor mkb-ondernemingen, kan het inroepen van professionele expertise van externe partners ondersteuning bieden bij de overgang.
Hoofdstuk 3
Evoluerende rol van auditcomités en assurance providers
Auditcomités zullen moeten toezien op nieuwe rapportageprocessen en op de doeltreffendheid van de opgezette systemen en controles.
Volgens de nieuwe richtlijn krijgen auditcomités meer verantwoordelijkheden. Naast het controleren van het duurzaamheidsrapportageproces van de onderneming en het doen van aanbevelingen om de integriteit van de door de onderneming verstrekte duurzaamheidsinformatie te waarborgen, moeten zij:
- De doeltreffendheid van de interne kwaliteitscontrole- en risicobeheerssystemen van de vennootschap en haar interne auditfuncties controleren
- Toezien op de betrouwbaarheid van de jaarlijkse en geconsolideerde duurzaamheidsrapportage
- het bestuurs- of toezichthoudend orgaan van de onderneming in kennis stellen van het resultaat van de beoordeling van de duurzaamheidsverslaggeving
- De onafhankelijkheid van de assurance providers beoordelen en controleren
Rol van de verstrekkers van verzekeringen
Volgens de MVO moet de wettelijke auditor van de onderneming, een andere auditor (naar keuze van de lidstaat) of een onafhankelijke verlener van assurance-diensten (IASP) (naar keuze van de lidstaat) beperkte zekerheid verschaffen over de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie van een onderneming. De lidstaten moeten gelijkwaardige vereisten voor IASP's vaststellen op het gebied van kwaliteit, onafhankelijkheid en toezicht, overeenkomstig de auditrichtlijn.
Er bestaat ook de mogelijkheid om in een later stadium over te stappen op redelijke zekerheid - de zekerheid die voor financiële informatie wordt verschaft.
Toezicht en handhaving
De EU-lidstaten moeten hun huidige kaders voor de uitoefening van publiek toezicht op wettelijke auditors en auditkantoren uitbreiden tot de waarborging van duurzaamheidsverslagen.
De personen binnen de onderneming die verantwoordelijk zijn voor het jaarverslag zullen moeten bevestigen dat het bestuursverslag naar hun beste weten is opgesteld overeenkomstig de normen voor duurzaamheidsverslaglegging.
Conclusie
De CSRD zal de duurzaamheidsrapportage door bedrijven consistenter maken, zodat financiële ondernemingen, investeerders en het bredere publiek gebruik kunnen maken van vergelijkbare en betrouwbare duurzaamheidsinformatie. Er zijn grote publieke en private investeringen nodig om het financiële stelsel van de EU duurzaam te maken en ervoor te zorgen dat Europa tegen 2050 klimaatneutraal is. Betere gegevens van bedrijven over de duurzaamheidsrisico's waaraan zij blootstaan, en over hun eigen impact op mens en milieu, zijn essentieel voor een succesvolle uitvoering van de Europese Green Deal en het actieplan voor duurzame financiering.
Bedrijven hebben slechts een beperkte periode om zich op de uitvoering van de richtlijn voor te bereiden. Daarom is het van essentieel belang dat zij nu actie ondernemen om inzicht te krijgen in de gevolgen van de richtlijn voor hun duurzaamheidsstrategie en de impact ervan op hun bedrijfsrapportage, interne controles en andere belangrijke bedrijfsprocessen. Deze ingrijpende veranderingen zullen de aard van de prestaties van bedrijven en de financiële verslaglegging in alle sectoren versterken.
Lees meer
Samenvatting
De EU zal in najaar 2022 de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) aannemen. De CSRD wil ervoor zorgen dat bedrijven adequate informatie openbaar maken over de risico's, kansen en effecten van hun activiteiten op mens en milieu. Het toepassingsgebied van de richtlijn wordt aanzienlijk uitgebreid zodat het op meer entiteiten van toepassing is, in vergelijking met de voorgestelde tekst van de Europese Commissie die in 2021 werd gepubliceerd. Dit geldt niet alleen voor grote ondernemingen en alle op gereglementeerde markten van de EU genoteerde ondernemingen, maar ook voor niet-EU-ondernemingen met aanzienlijke activiteiten in de EU. Ook voor managementteams en auditcomités gelden versterkte verantwoordelijkheden.