Hoe we samen het vertrouwen terugwinnen

Hoe we samen het vertrouwen terugwinnen


Gerelateerde topics

‘Vertrouwen op controle’. Lees wat het eindrapport van de Commissie Toekomst Accountancysector betekent voor onze mensen, onze klanten, voor EY en voor de sector.

De Commissie Toekomst Accountancysector publiceerde op 30 januari de eindrapportage ‘Vertrouwen op controle’. Maar wat betekent dit rapport? Voor onze mensen, onze klanten, voor EY en voor de sector?

De afgelopen weken waren belangrijk voor onze beroepsgroep. Al een aantal jaren is er veel aandacht voor de kwaliteit van jaarrekeningcontroles. In 2014 vormden de 53 maatregelen van de NBA het startschot voor een andere veranderaanpak. Een doorlopende kwaliteitsverbetering, gemonitord door de Monitoring Commissie Accountancy (MCA). Op 14 januari publiceerde de MCA haar derde rapport, twee weken later volgde de definitieve rapportage van een andere commissie: de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA), ingesteld door de minister van Financiën.

Het CTA-rapport heeft onder andere het MCA-rapport in aanmerking genomen (zodat we ons hier op het CTA-rapport richten) en omvat 22 aanbevelingen: acht voor nader onderzoek en veertien om de kwaliteit verder te verbeteren. Versterking van de rol van commissarissen en implementatie van Audit Quality Indicators om de kwaliteit eenduidig te gaan meten, zijn volgens de CTA de belangrijkste aanbevelingen.


Misschien lees je dit stuk als klant, of juist als medewerker van EY. Op welke manier je ook met ons verbonden bent, we vertellen je graag:

  • Wat we van het CTA-rapport vinden.
  • Wat volgens ons de vijf kernboodschappen zijn en hoe we die invulling geven.
  • Hoe je vakinhoudelijk naar de acties kunt kijken.
  • Waar EY op dit moment staat.


Onze visie op het rapport
1

Hoofdstuk #1

Onze visie op het rapport

Stevig, gebalanceerd en ingrijpend


Het rapport van de CTA (‘Vertrouwen op controle’) stelt een totaalaanpak voor de sector voor. De aanbevelingen hebben een belangrijke uitwerking op de sector en (breder) op de keten van betrokkenen bij de jaarverslaggeving, inclusief het toezicht.

Het rapport is stevig, gebalanceerd en ingrijpend. Stevig, omdat er observaties in staan die ons raken en de commissie belangrijke maatregelen voorstelt met impact op de hele sector. Maar ook ingrijpend, omdat er nu snel doorgepakt wordt.

De onderzoeksaanpak spreekt ons aan. De CTA heeft inzicht gegeven hoe zij grondig te werk ging en combineerde feiten en wetenschappelijke onderzoeken, zodat ze met goed onderbouwde voorstellen kon komen. Wetgever en kwartiermaker hebben daarmee een goed vertrekpunt.

Alle aanbevelingen dragen bij

De rapportage vindt een balans tussen kritiek en positieve punten. Door alle negatieve berichtgeving zouden we bijna vergeten dat de sector al hard werkt aan de kwaliteit en dat wij kwaliteitsverbeteringen zien in interne en externe onderzoeken.

EY is in 2017 gestart met een intensief kwaliteitsprogramma, Step Change to Quality (SC2Q). Wij zien de resultaten terugkomen in bijvoorbeeld interne cultuurmetingen, werkdruk en kwaliteitsonderzoeken. Wij zijn blij dat de commissie ook oog heeft voor dit soort inspanningen en benoemt dat er belangrijke stappen zijn gezet.

Tegelijk moet er nog veel gebeuren, benadrukt de CTA. Dat vinden wij ook. Cultuurverandering vergt tijd. Accountantscontrole is op onderdelen heel complex en vraagt om judgement. Intern zichtbare vooruitgang is niet hetzelfde als herstel van extern vertrouwen. Elke nieuwe casus in de media wordt gezien als onderdeel van een aanhoudende reeks en een teken van uitblijvende verbetering.

Dat raakt ons, want vertrouwen is het hart van ons beroep – bij EY al ruim 135 jaar. Onze publieke taak is de kern, bij onze wettelijke taak hoort de plicht tot verantwoording, transparantie over onze kwaliteit en een dialoog hierover met onze stakeholders. Aan dat laatste hebben we – EY en als sector – onvoldoende aandacht besteed. De aantoonbaarheid van kwaliteit moet gewoon beter. Vertrouwen toevoegen is onze kerntaak. Daarom ondersteunen wij de voorgestelde maatregelen.

Niet over, maar met elkaar praten

Nu is het tijd om door te pakken. Niet alleen EY, niet alleen de accountancysector, maar de volledige keten. Het rapport is hierover glashelder: alle actoren zijn verantwoordelijk en aan kwaliteit werken we samen. Daarom omarmen we dat er een kwartiermaker komt, die de implementatie van de aanbevelingen begeleidt en alle spelers samenbrengt. Kortom, laten we niet langer over elkaar praten, maar mét elkaar.

People crossing the Evan Walker bridge from Southbank, Melbourne, at sunrise.
2

Hoofdstuk #2

Vijf belangrijkste boodschappen

Na analyse van het rapport zijn dit voor ons de vijf kernboodschappen over kwaliteit en het publieke belang.


1. Als keten verantwoordelijk

Accountants vormen niet het single point of failure, zo concludeert de commissie. Daarom is het ook niet genoeg als alleen accountants de kwaliteit op orde hebben. Een zwakke schakel in de keten kun je niet volledig compenseren met de kwaliteit van een sterke schakel – in ieder geval neemt het risico toe als niet alle schakels sterk zijn. Dus voor betrouwbare verslaggeving en controles hebben we elkaar nodig. Bestuurders en commissarissen, aandeelhouders, toezichthouder en accountant. Bovendien, door vanuit de keten te denken kunnen ook complexe thema’s als fraude (fraudeprotocol) en (dis)continuïteit effectiever worden aangepakt. Dit is in het belang van alle stakeholders.

Ook zijn we het eens met de aanbeveling dat organisaties zelf verantwoordelijk zijn voor hun risicobeheersings- en controlesystemen. Dit moeten ze ook beter tot uitdrukking brengen. Een eenduidig, werkbaar normenkader kan hierbij helpen, net zoiets als een in control-statement zoals die we vanuit de US kennen. De commissie stelt voor om deze mogelijkheden te onderzoeken. Wij merken in de praktijk hoe belangrijk de kwaliteit van de interne beheersing is voor de betrouwbaarheid van de verslaggeving én de mogelijkheid om te komen tot goede controlekwaliteit.

2. Het multidisciplinaire model als noodzaak

Volgens de CTA kan het multidisciplinaire model – met alle expertises onder één dak – intact blijven; wel wordt er onderzoek geïnitieerd naar het audit only-model. Wij zijn blij met deze uitkomst, want wij vinden goede toegang – ook ad-hoc – tot specialisten zeer belangrijk voor de kwaliteit van onze jaarrekeningcontroles. We ervaren dat de allerbeste specialismen ontstaan als specialisten zelf advieswerk verrichten. Daar vraagt de toenemende complexiteit van hun werk ook om. Het werkveld wordt steeds internationaler, de wet- en regelgeving verandert razendsnel. Ondertussen groeit de vraag van controleteams naar specialistische kennis, bijvoorbeeld waarderingen, fraude, juridische ontwikkelingen en integrated reporting.

Juist omdat we die specialisten in huis hebben, kunnen we de kwaliteit van de controles waarborgen én verder verbeteren. In moderne controleteams werken collega’s met verschillende opleidingen nauw samen; vaak wordt 30% van de uren gemaakt door specialisten. De verwevenheid is zó hoog dat het multidisciplinaire model noodzakelijk is om de kwaliteit te leveren die nodig is. Onafhankelijkheidsregels zijn in Nederland al zo vergaand, dat de kritiek op het multidisciplinaire model naar onze mening veel te zwaar wordt aangezet.

3. Transparantie over de Audit Quality Indicators

‘De data zijn nu rijp en groen door elkaar. Er is geen meetlat’, zei CTA-voorzitter professor Ottow in het Financieele Dagblad. Dit herkennen wij. We hebben al stappen gezet om te komen tot Audit Quality Indicators (AQI’s), maar er mist één lijn in de sector. Een eenduidige definitie, totstandkoming en meting zijn nodig.

Ook komen er – naast onderzoek van controle(-dossiers) – twee aandachtsgebieden bij: de beheersorganisatie en de cultuur. Al eerder hebben wij hiervoor gepleit en de AFM onderzoekt deze ook al. Het is goed dat hiervoor een wettelijk kader wordt uitgewerkt als houvast voor het toezicht én voor de sector. Bij de uitkomst van dossieronderzoeken kan de externe rapportage van de AFM informatiever in onze ogen, met meer gradatie, zoals in de Verenigde Staten en de UK. In Nederland hanteert de toezichthouder slechts twee categorieën (geen bevindingen: voldoende; de rest: onvoldoende). Deze tweedeling geeft geen inzicht in de samenstelling van ‘de rest’ en de onderliggende verbeteringen. Dit kan voor verkeerde beeldvorming zorgen.

De CTA merkt ook terecht op dat het toezicht gericht moet zijn op duurzame kwaliteitsverbetering in plaats van handhaving. Het is ook in het publiek belang dat de AFM door normduidelijkheid en kennisdeling bijdraagt aan verbetering. Dit maakt het toezicht effectiever en draagt bij aan het vertrouwen in de keten.

4. Stap naar internationaal level playing field

Vergeleken met andere Europese landen heeft Nederland de strengste regels voor rotatie en onafhankelijkheid. Na tien jaar moet een organisatie al van kantoor wisselen, wat veel impact heeft op de klantrelatie en samenwerking. Het kost een aantal jaren om een grote organisatie écht te leren kennen. De Wta moet daarom aansluiten bij de Europese rotatietermijnen, stelt de commissie voor. Dat wil zeggen: tien jaar en een offerteronde waarbij de huidige accountant meer kan doen. Daar zijn wij het volledig mee eens. Dit zal de kwaliteit van de controle ten goede kan komen.

We hoopten dat de commissie ook meer aansluiting zou voorstellen op de Europese regels voor onafhankelijkheid, omdat veel Nederlandse bedrijven internationale activiteiten hebben of onderdeel zijn van internationale groepen. Afwijkende Nederlandse regels kunnen daarbij onbedoeld leiden tot fouten. Hoe dan ook, we zien de huidige aanbeveling als een welkome, eerste stap naar een meer internationaal level playing field.

5. Aantrekkelijkheid van het beroep

Last but not least – volgens ons zelfs de belangrijkste boodschap van het rapport. Omdat de aantrekkelijkheid van het beroep de toekomst van ons vak raakt. Het is en blijft mensenwerk, maar de instroom van talent neemt af. Dat is zeer zorgelijk, omdat we door de groeiende complexiteit van het werk juist meer tijd per controle – en dus meer capaciteit – nodig hebben om de noodzakelijke kwaliteit te leveren. Ondertussen daalt de in- en uitstroom van accountancystudenten al jaren. De CTA benoemt dit en roept daarom op om het beroep aantrekkelijker te maken. Een zeer belangrijke aanbeveling, vinden wij, die allerlei facetten raakt.

Cultuurverandering versterkt volgens ons kwaliteitsgericht gedrag, teamdynamiek en de inbreng van jonge collega’s. Omdat jonge mensen de leiders van morgen zijn, hebben we in 2018 een Young Professionals Board opgericht. Deze collega’s houden ons als bestuur scherp – de gemiddelde leeftijd binnen EY is tenslotte 32 jaar.

Ook innovatie is belangrijk voor het vak, stelt de commissie terecht. Wij werken daar internationaal al jaren hard aan en in Nederland vanuit ons programma Audit of the Future. Nieuwe technologieën als RPA (Robotics Process Automation) en data-analytics verhogen niet alleen de kwaliteit, maar maken het werk ook leuker. Young professionals krijgen de handen vrij voor hoogwaardiger werk, passend bij hun talenten. De commissie stelt terecht dat de bredere accountantsrol ook andere eisen aan opleidingen stelt. Wij denken mee met de opleidingen voor de toekomst, zodat de nieuwe generatie accountants klaar is voor hun veranderende rol in de maatschappij.


947322982
3

Hoofdstuk #3

Van aanbevelingen naar acties

De minister van Financiën stelt de ‘regisseur’ aan.


De uitvoering van de 22 aanbevelingen uit het CTA-rapport vraagt om acties in de keten, die geregisseerd worden door een kwartiermaker. Een centrale rol die wij hard nodig vinden. De minister van Financiën stelt deze ‘regisseur’ aan.

Na onze vakinhoudelijke analyse van het rapport concluderen we dat de acties in drie categorieën vallen:

  • Accountantsorganisaties, zoals het verkleinen van de verwachtingskloof door meer aandacht voor fraude en discontinuïteit. Dit doen we samen met actoren in de keten. Maar er moet ook meer duidelijkheid komen over de rol van de accountant bij niet-financiële informatie. Ook moeten we doorgaan met de ingezette cultuurverandering.
  • Onderzoek, zoals naar de wijze van implementatie van het in control-statement, onderzoek naar ervaringen met alternatieve structuurmodellen (audit only en joint audit) en een experiment op beperkte schaal met een intermediair. 
  • Wettelijke aanpassingen, zoals versterking en uitvoering van een structuurregime bij auditkantoren (verplichte RvC) en een strakkere definitie van het begrip Organisatie van Openbaar Belang (OOB). Ook krijgt de minister de bevoegdheid om eventueel een accountant toe te wijzen aan een controleplichtige onderneming.

Waar staat EY nu?

We werken continu aan kwaliteitsverbetering, dag in dag uit. Dit doen wij voor onze mensen, onze klanten, voor EY, voor de sector en voor het publiek belang: vertrouwen hebben in de kwaliteit van het werk van accountants! Een vak met een grote maatschappelijke betekenis, een vak dat nooit stilstaat. Een aantal verbeteracties las je hierboven al. Graag geven we je een breder overzicht van onze maatregelen en resultaten:

Kwaliteitsprogramma Step Change to Quality (SC2Q)

  • In 2018 en 2019 de klantenportefeuille verkleind en kwalitatief verbeterd om de werkdruk te verlagen. De komende jaren gaan we hiermee door.
  • Meer mensen aangenomen voor kwaliteitsbewaking.
  • Periodieke reviews om de kwaliteit van de controles te waarborgen.
  • Geïnvesteerd in opleidingen en leiderschapsontwikkeling, vanuit de gedachte om continu te leren.
  • Een nieuw belonings- en beoordelingsbeleid, primair gericht op kwaliteit.
  • Verbetering van onze cultuur, gericht op feedback, reflectie, soft skills en een veilige omgeving om te leren van fouten

Organisatie & governance

  • Raad van commissarissen aangesteld (1 juli 2015).
  • Young Professionals Board opgericht (2018). Zo nemen we de stem van onze jonge collega’s direct mee bij belangrijke besluiten.
  • EY Assurance heeft een eigen statutair bestuur. Onze fiscalisten en adviseurs werken vanuit andere juridische entiteiten, met eigen statutaire besturen. De aansturing van EY Assurance is volledig gericht op duurzame kwaliteit van controles en het publieke belang.

Resultaten

  • EY heeft een kwaliteitsgerichte cultuur, concludeerde de AFM in het voorjaar van 2019.
  • De afgelopen twee jaar verbetert EY zich continu en is de werkdruk beter beheersbaar. Dit blijkt uit ons driemaandelijkse tevredenheidsonderzoek onder onze medewerkers.
  • Bij het NBA-onderzoek eind 2018 scoorden we 25 van de 25 dossiers voldoende.
  • In onze eigen dossieronderzoeken (juni 2019) verbeterde het aantal bevindingen volgens de dossierrating: van 13 op 41 dossiers in 2018 naar 1 op 42 dossiers in 2019.
  • Op basis van de voorlopige terugkoppeling verwachten we geen bevindingen uit de PCAOB inspectie uit najaar 2019

Publiek belang

 

Dag in dat uit werken we aan kwaliteitsverbetering. Dit doen wij voor onze mensen, onze klanten, voor EY, voor de sector en voor het publiek belang.


Samenvatting

Stevig, gebalanceerd en ingrijpend. Zo beoordelen wij het rapport ´Vertrouwen op controle’ dat de Commissie Toekomst Accountancysector op 30 januari uitbracht. De commissie heeft oog voor de maatregelen die de sector al genomen heeft om de controlekwaliteit te verbeteren, maar is ook kritisch. Terecht, vinden wij als EY. Als accountants moeten we beter inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en extern verantwoording afleggen over onze kwaliteit. Ook moeten we stappen zetten om de verwachtingskloof te verkleinen. Daarom ondersteunen we de aanbevelingen en gaan we graag snel tot actie over. Samen met alle spelers in de keten, onder toeziend oog van de kwartiermaker. Want bouwen aan vertrouwen doe je samen. Niet meer over elkaar, maar mét elkaar praten. Het gesprek begint wat ons betreft vandaag.

We zijn benieuwd naar je reactie. Wil je reageren? Neem contact met ons op.


Over dit artikel