Nieuwe ontwikkeling wijziging kwalificatiebeleid samenwerkingsverbanden

Overgangsrecht voor situaties waarin FGR-problematiek mogelijk speelt en waarin voornemen bestaat om FGR vorm te geven conform “inkoopvariant”
In het nieuwsbericht van vorige week (EYFN 2024/43) hebben wij bericht over de wijziging van het kwalificatiebeleid en in het bijzonder de daarbij horende problematiek met betrekking tot het fonds voor gemene rekening (“FGR”). In dat bericht werd al aangekondigd dat nieuwe ontwikkelingen zouden kunnen volgen. De eerste ontwikkeling die zich heeft voorgedaan is dat een aantal Kamervragen over dit onderwerp is beantwoord op 25 oktober 2024.

Uit deze beantwoording volgt een aantal nieuwe inzichten. Ook bevestigt deze beantwoording een aantal punten uit ons vorige bericht. Hieronder een aantal relevante punten uit de beantwoording.

  • In het bijzonder wordt in de beantwoording bevestigd dat de FGR-problematiek inderdaad kan leiden tot een (belaste) afrekening. Een concreet voorbeeld hiervan is als een Nederlandse Vpb-belastingplichtige een belang houdt in een momenteel transparante CV die straks wordt aangemerkt als non-transparante FGR.
  • De beantwoording benadrukt dat wel sprake moet zijn van een aantal voorwaarden om te kunnen worden aangemerkt als een (non-transparant) FGR. Zo moet géén sprake zijn meer dan normaal vermogensbeheer (een materiële onderneming zou bijvoorbeeld geen FGR moeten zijn) maar moet juist wél sprake zijn van verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid.
  • Een belangrijk nieuw inzicht uit de beantwoording is dat wordt aangekondigd dat zal worden voorzien in overgangsrecht voor situaties waarin de FGR-problematiek mogelijk speelt en waarin het voornemen bestaat om het FGR vorm te geven conform de “inkoopvariant”. Het overgangsrecht zal regelen dat een voornemen tot het omvormen tot een inkoopfonds in 2024 onder voorwaarden al genoeg is om in 2025 te kwalificeren als een (transparante) inkoopvariant-FGR. Nadere invulling van het overgangsrecht volgt. Aangezien de vormgeving van dit overgangsrecht nog niet bekend is, doet dit niets af aan de eerdere aanbeveling om zo snel mogelijk tot actie over te gaan als in een geval mogelijk sprake is van deze FGR-problematiek. Bovendien zal de inkoopvariant in (lang) niet alle gevallen mogelijk of wenselijk zijn.
  • Een belangrijke opmerking hierbij is dat nog wel de vraag opkomt in hoeverre een omvorming naar de inkoopvariant gedurende 2024 in sommige gevallen kan leiden tot een sfeerovergang. Dit zou bijvoorbeeld kunnen spelen als een CV-achtige momenteel al (de facto) belastingplichtig is als FGR. Vaak zal de toestemmingsvereiste binnen de CV alleen gelden voor belangen van commanditaire vennoten en niet voor de beherend vennoot. De vraag komt dan op of onder huidig recht een dergelijke CV i) een FGR kan zijn en ii) wél voldoet aan het ook in de huidige wet opgenomen vereiste dat “voor vervreemding niet de toestemming van alle deelgerechtigden is vereist”. Deze vraag staat overigens niet in de beantwoording.

De beantwoording van de vragen over het Belastingpakket 2025 van 25 oktober jl. vindt u hier.

Voor vragen, opmerkingen, of nadere inzichten kan contact worden opgenomen met uw EY-contactpersoon.


Schrijf u hier in voor onze fiscale nieuwsbrief

Blijf altijd up-to-date over fiscale ontwikkelingen: schrijf u hier in voor een van onze Tax nieuwsbrieven.