Central Park's Gapstow Bridge

Wat betekent de CO2-heffing voor uw organisatie?


Hoe de CO2-heffing werkt en wat dit voor u betekent.


In het kort

  • Waarom de CO2- heffing.
  • Wat zijn de tarieven van de CO2 -heffing.
  • Wat betekent de CO2-heffing voor u?

De CO2- heffing is sinds 2021 ingegaan, maar hoe effectief is deze belasting? Naar verwachting gaat de industrie als geheel in 2024 voor het eerst uitstoot betalen.

Om bedrijven te stimuleren minder CO2 uit te stoten bij hun productieproces is er sinds 1 januari 2021 een nationale heffing op de CO2-uitstoot in de industrie. Deze regeling wordt uitgevoerd door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) dus niet door de belastingdienst. Bedrijven worden door deze heffing gestimuleerd om bij hun investeringen rekening te houden met de gevolgen van C02-uitstoot voor mens en milieu. Deze heffing wordt berekend over de ‘teveel uitgestoten CO2’. Hoe werkt dit? De Prijs minus de EU ETS prijs vermenigvuldigd de ‘teveel uitgestoten CO2’. De teveel uitgestoten CO2 is de daadwerkelijke CO2-emissie minus de voor dat jaar verkregen dispensatierechten c.q. uitstootruimte.  De CO2-heffing koppelt een prijs aan de industriële emissie van een ton CO2. In 2022 is die prijs 41,75 euro. Dit tarief loopt ieder jaar op met 10,87 euro tot 2030 waarna het tarief op 125 euro zal uitkomen.

ETS-prijs

Installaties die onder het EU ETS vallen hoeven niet het volledige tarief te betalen. De prijs voor deze installaties is het vastgestelde tarief van 41,75 euro minus de prijs van een emissierecht in het ETS (EUA). Deze prijs wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld, voor 2022 is de ETS-prijs vastgesteld op 60,78 euro. Dit betekend dat een installatie die onder het EU ETS valt in het jaar 2022 0 euro heffing moet betalen voor de industriële emissie van elke ton CO2. Gezien de huidige prijzen is de hele heffing voor 2022 nutteloos voor installaties die onder het EU ETS vallen.

 

Een heleboel vraagtekens

Enfin, met enkel een juiste tariefstelling ben je er nog niet. Een wet met draagvlak vergt ook andere eisen. Zo moet een wet onder andere te handhaven en te controleren zijn. De tijd zal ons leren hoe de NEa dit op zich gaat nemen. Ook is eenvoud een vereiste. Daarnaast eist draagvlak ook dat het belastinggeld goed wordt aangewend. Dat brengt ons bij een ander vraagteken, er wordt vaag gesproken over de inzet van het belastinggeld voor vergroening van de industrie. Maar wat houdt dit in? Naar wij begrijpen komen weliswaar nieuwe subsidiestromen via o.a. de SDE++ beschikbaar die de industrie moeten helpen in hun transitie naar een CO2-arme(re) productie. Maar wordt de aanwending dan niet te gefragmenteerd waardoor de overkoepelende visie verdwijnt? Wij missen hierin een meedenkende overheid die nodig is voor de route naar (veelal duurdere) reductietechnieken. In het definitieve wetsvoorstel komt er ook maar weinig van terecht. Er word in ieder geval geen duidelijkheid geschept over wat er precies wordt gedaan met het belastinggeld.  De weg naar CO2-reductie behoeft namelijk niet alleen een ‘stick’, maar ook een beloning, de ‘carrot’. Ook dit is cruciaal voor draagvlak.

 

Los van het vorenstaande is het de vraag hoeveel bedrijven deze heffing echt raakt? Naar verwachting worden zo’n 300 bedrijven en installaties in de heffing betrokken. Waarvan het gros al te maken heeft met de EU ETS.

Dispensatierechten

Bovendien ontvangt de industrie ook nog een portie dispensatierechten, met andere woorden vrijgestelde uitstootruimte. In de beginjaren zal de industrie als gevolg van corona zelfs meer dispensatierechten ontvangen dan normaal. Het overschot aan DPR’s, kan worden verkocht aan andere bedrijven, de daadwerkelijke overdracht voor een belastingjaar kan pas plaatsvinden in het overdrachtstijdvak dat is van 1 mei tot en met 31 augustus. Het overschot aan DPR’s kan ook bewaard worden om op een later tijdstip eerder betaalde heffing terug te krijgen. De verrekening is mogelijk tot 5 jaar terug.

 

Omvang van de heffing

De CO2-heffing geldt voor de grote industriële bedrijven die ook onder het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) vallen, afvalverbrandingsinstallaties en bedrijven die grote hoeveelheden lachgas uitstoten. Emissies die samenhangen met elektriciteitsopwekking en stadsverwarming vallen niet onder de CO2-heffing, evenals een veelvoud aan EU ETS bedrijven in de sectoren landbouw (bijv. glastuinbouw) en gebouwde omgeving (bijv. ziekenhuizen).

 

Tot slot is de CO2-heffing zo ingestoken dat emissies tot en met 20% boven de EU ETS benchmarks niet in de heffing betrokken worden vanwege de zogenoemde reductiefactor van 1,2 die elk jaar minder wordt. Wat resulteert in geen heffing voor bedrijven in de eerste jaren. Daartegenover staat echter dat de meeste industriële bedrijven vanaf 2021 voor de CO2-heffing wel jaarlijks moeten rapporteren en monitoren, net zoals zij ook al in het kader van de EU ETS doen. Deze extra administratieve lasten komen neer op onder meer een industrieel monitoringsplan, activiteitenverslag, berekening dispensatierechten en een registratieprocedure. Zo houdt de CO2-heffing voorlopig dus wel degelijk ‘voldoende afstand’.


Duurzaamheid, hard gemaakt.

Wij helpen de slag te maken naar een duurzaam bedrijfsmodel. Niet op basis van dromen, maar geleid door harde inzichten, concrete doelen en bewezen transformatiemethodes.


Samenvatting

Hoe effectief de CO2-heffing is zal moeten blijken met de jaren. In de eerste jaren zal naar alle waarschijnlijkheid geen CO2 belasting worden afgedragen en wordt er pas vanaf 2024 CO2-heffing betaald. Mede door de dispensatierechten (vrijgestelde uitstootruimte) en de reductiefactor blijft de CO2-heffing in ieder geval tot 2024 op afstand. Wel zijn extra administratieve lasten te verwachten. Bovendien hoeven installaties die onder de EU ETS vallen geen heffing af te dragen in 2022 doordat de ETS-prijs is vastgesteld op 60,78 euro en het vastgestelde tarief is 41,75 euro. Zo kunnen we concluderen dat de hele CO2-heffing in 2022 voor installaties die onder de EU ETS vallen nutteloos is.


Over dit artikel