Toezichthouders DNB en AFM hebben vanaf begin dit jaar met DORA een nieuw thema in het vizier. Al is het thema ook weer niet heel nieuw. In een roundtable met Jacco Jacobs (DNB), Tom van de Ven (AFM) en Rudrani Djwalapersad (EY) onder leiding van gespreksleider Joost Elsenburg (HVG Law) blijkt dat zij de geest van de wet centraal willen stellen en graag in gesprek zijn met instellingen over interpretaties.
Cyberweerbaarheid is belangrijk. En vla is meestal geel. Dit is geen nieuws, hoewel de wereld soms verrast is wanneer incidenten blootleggen hoe afhankelijk de financiële wereld is van stabiele en betrouwbare technologie achter de schermen. De Europese wetgeving van DORA heeft op dit vlak ook een taak in petto voor toezichthouders. Wat betekent dit voor de teams die zich specifiek met dit thema bezighouden?
VAN DE VEN: “Het aantal collega’s binnen AFM dat zich hiermee bezighoudt, is verdubbeld naar vijftien mensen. Een belangrijke reden is dat de AFM intensiever dan voorheen toezicht op IT-risico’s zal gaan houden bij de ondernemingen die onder deze wet vallen, denk bijvoorbeeld aan vermogensbeheerders. Financiële instellingen in Nederland vallen voor de beheersing van hun IT-risico’s tot op heden veelal onder de Wet op het financieel toezicht (Wft), maar de eisen op dat vlak zijn niet erg specifiek. De komst van DORA heeft dat veranderd: deze instellingen hebben nu te maken met behoorlijk gedetailleerde eisen op dat vlak. Vooral voor de wat kleinere partijen geldt soms dat zij van nul naar honderd moeten in vijf seconden. We hebben daar in 2024 dan ook veel aandacht aan besteed en campagnes gevoerd om het bewustzijn en de kennis in de sector te verhogen.”
DJWALAPERSAD: “Oorspronkelijk was de groep organisaties die onder DORA viel nog groter en vielen ook accountantskantoren zoals EY eronder. Ook deze groep zou te maken krijgen met een compleet nieuwe realiteit. Het is niet ondenkbaar dat dat alsnog zal gebeuren, aangezien de Europese Commissie DORA binnen twee jaar gaat evalueren.”
JACOBS: “In het geval van DNB is de verandering minder ingrijpend. De onder toezicht staande instellingen waren al jaren bezig met cyberweerbaarheid. Het grote verschil is dat we met DORA van een open norm naar precieze voorschriften zijn gegaan. Financiële instellingen moeten bij voorbeeld een informatieregister bijhouden voor alle contractuele overeenkomsten met derde partijen. En wat ook veel impact had: de Threat Led Penetration Testing (TLPT), een test voor het identificeren van kwetsbaarheden waar een selectie instellingen aan wordt onderworpen. En meer in algemene zin willen instellingen natuurlijk weten hoe streng we als toezichthouder zijn.”
En? Hoe streng zijn jullie?
JACOBS: “Niet strenger of minder streng dan partijen van ons gewend zijn. En er zit ook geen verrassing in de middelen die we gebruiken. Het gaat ook bij deze wet om het bekende toezichtarsenaal, van het beoordelen van rapportages tot deep dives op bepaalde aspecten, tot het voeren van normoverdragende gesprekken indien nodig. We leggen wel bepaalde accenten als het om DORA gaat. Begin 2025 letten we vooral op of de instellingen hun informatieregisters op orde hebben en of ze goede procedures hebben voor het rapporteren van incidenten. Maar de werkwijze is niet anders dan ze gewend zijn voor het toezicht vanuit de Wet Financieel Toezicht (Wft). In het verleden maakten we onder meer gebruik van de ‘good practice’ informatiebeveiliging, een open norm. Die is nu ingehaald door de komst van DORA, en we gebruiken nu het wettelijk kader zoals DORA ons biedt.”
VAN DE VEN: “Ook bij ons is er geen sprake van een koerswijziging in hoe we toezicht houden. Het wordt weliswaar intensiever, maar het blijft risicogebaseerd, en met proportionaliteit als centraal uitgangspunt. De instellingen weten welke middelen we hebben om toezicht te houden. Wat ik belangrijk vind, is een goed gesprek. Zeker bij de komst van nieuwe wetgeving is er soms sprake van onzekerheden en interpretaties. En ook wij zijn niet alwetend. Als toezichthouder gaan we graag het gesprek aan en instellingen hoeven dan ook geen enkele schroom te hebben om zaken aan te kaarten, zij hoeven niet bang te zijn dat ze daarna extra kritisch bekeken zullen worden. Ons emailadres werkt gewoon!”
JACOBS: “Eens, we pogen als toezichthouder toegankelijk en transparant te zijn en dragen onze interpretaties ook uit in bijvoorbeeld seminars en roundtables.”
DJWALAPERSAD: “Dat neemt niet weg dat veel instellingen met lastige vraagstukken te maken hebben of hadden. Vaak is professional judgement door de instellingen nodig voor de naleving van één wet, maar zij hebben te maken met toezichthouders in verschillende landen die andere interpretaties kunnen hebben. Daar zijn zorgen over.”