De Staatssecretaris heeft op 27 maart 2025 een kamerbrief gestuurd over de voortgang van het Wetsvoorstel VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden). Daarin wordt aangekondigd dat het wetsvoorstel wordt aangepast naar aanleiding van de recente uitspraak van de Hoge Raad over Uber. Voor een toelichting op deze Hoge Raad uitspraak, verwijzen wij naar onze vorige nieuwsbrief.
In de eerdere versie van het Wetsvoorstel VBAR werd het zogenoemd extern ondernemerschap alleen betrokken in de beoordeling van de arbeidsrelatie als de afweging op basis van de andere criteria die daarvoor worden getoetst een "gelijkspel" op zou leveren. Aangezien de Hoge Raad in de Uber uitspraak heeft aangegeven dat extern ondernemerschap geen ondergeschikt criterium is, maar een volwaardig criterium dat moet worden meegewogen in de beoordeling, heeft het kabinet nu aangegeven het wetsvoorstel hierop aan te passen. Minister Van Hijum had eerder al aangegeven dat in de webmodule en hetjuistecontract.nl alle gezichtspunten van de Hoge Raad worden meegenomen en daarom geen reden ziet om de webmodule offline te halen.
Het kabinet geeft aan dat het Wetsvoorstel VBAR per 1 januari 2026 in werking moet treden. Het kabinet geeft zelf al aan dat het krap gaat worden. Het gewijzigde wetsvoorstel zal in ieder geval voor de zomer bij de Tweede Kamer worden ingediend.
De precieze aanpassingen in het wetsvoorstel zijn nog niet bekendgemaakt, maar het kabinet geeft aan dat het overeenstemt met de huidige jurisprudentie, Uber meegenomen. Dat zal er naar alle waarschijnlijkheid op neerkomen dat het een codificatie van de inmiddels bekende Deliveroo-criteria betreft.