Familiale grondwet
Van Hoof ziet twee trends die bijdragen aan het besef dat het de beurt is aan de jongere generatie. ‘De eerste is die van het ESG-verhaal van duurzaamheid, maatschappelijke impact en deugdelijk bestuur. Concepten waarmee de oudere generatie misschien niet helemaal vertrouwd is. Hetzelfde geldt voor de digitalisering. Denk bijvoorbeeld aan de enorm snelle verandering in communicatie, zoals sociale media.’
In de praktijk moet er altijd een aanleiding zijn om te beginnen nadenken over professionalisering en family governance, merkt hij. ‘Dat kan een moeilijke situatie zijn, zoals een overlijden of een ongeluk. Maar het kan ook zijn omdat er meer over wordt gesproken, bijvoorbeeld door onze Family Business Award. Daarnaast komen de babyboomers aan het eind van hun professionele verhaal. Dat is een mogelijke aanleiding die de komende vijf jaar aan belang zal winnen.’
Een goed voorbeeld van family governance is de opstelling van een familiecharter. Dat is een soort ‘grondwet’ waarin onder meer de voorwaarden staan wie wel en niet in het bedrijf mag komen. ‘Natuurlijk gaat dat om de uitwerking van regels,’ zegt De Ridder, ‘maar je leert er in de eerste plaats ook met elkaar over gevoelige dingen praten, iets wat niet per se in de Belgische aard ligt.’
Haspeslagh onderschrijft het belang van die gesprekken. ‘Bij een transitie tussen generaties gaat het erom wat bewaard moet blijven van de roots van het bedrijf, van de waarden en de visie, en wat er moet veranderen. Ik denk dat de oudere generatie soms schrik heeft dat de jonge generatie te rap alles wil veranderen. De jongeren drukken ook niet altijd uit wat ze waarderen van het verleden en wat ze daarvan willen behouden. Daarover zouden ze meer met elkaar moeten spreken. Dan kan de oudere generatie makkelijker loslaten, denk ik.’